03-10-22
Terugbetaling
GGZ

Vorig jaar ging omstreeks deze tijd de nieuwe conventie van start. Waar staan we nu met de uitrol 1 jaar verder?

Hoeveel collega’s doen er eigenlijk mee?

Iets meer dan 2300 collega’s in gans België hebben de stap gezet naar de netwerken om mee te doen. Dat komt grosso modo overeen met zo’n 14 % van de geviseerde klinisch psychologen. In de netwerken voor volwassenen raken de contingenten stilaan gevuld, enkel in bepaalde landelijke zones en de regio Brussel en zijn rand blijken nog tekorten. Anders is het voor de netwerken kinderen en jongeren waar men veel meer moeite heeft om het contingent te vullen. Contingent verschuiven naar de centrumsteden, zoals in bepaalde regio’s overwogen wordt, is hiervoor geen oplossing. De conventie voorziet immers lokaal zorg makkelijk toegankelijk te maken. De VVKP wil in elk geval alle collega’s danken die op dit moment pionierswerk vervullen in soms niet altijd even makkelijke omstandigheden. 

Hoe zit het met gebruik van het beschikbare budget?

Tot nu toe hebben de netwerken nog maar 24% van hun jaarbudget besteed (we zijn ondertussen aan het laatste kwartaal begonnen). Een groot deel van het budget dreigt daardoor uiteindelijk weer eens niet bij mensen met psychische problemen te belanden. De VVKP vindt dat volstrekt onaanvaardbaar. We kunnen begrip hebben voor talloze zaken, maar van meet af aan hadden we hiervoor gewaarschuwd: dit had allemaal veel eenvoudiger gekund.

Een lichtpunt is dan ook dat de geesten rijpen. Momenteel bereiden we een derde wijziging van de conventie voor. Deze zal onder meer het mogelijk maken om voor een beperkter aantal uren in te stappen, het onzinnige verbod om individuele sessies met groepssessies te combineren zal opgeheven worden en tegelijk creëren we de mogelijkheid om grootschalige interventies te doen voor grote groepen burgers die zich niet hoeven te registreren als patiënt. Hiermee gaan ook collega’s die maar beperkte capaciteit vrij kunnen maken mee kunnen doen. Stap voor stap werken we geduldig verder aan ons doel: de volledige ontsluiting van alle vormen van psychologische zorg voor alle burgers in dit land.

Hoe zit dit nu met het functioneel bilan, met de vindplaatsen en met het outreachend werken?

In de uitrol van de conventie botsten wij op een administratie die de conventie mee wou aansturen. Dit leidde ertoe dat er gaandeweg allerhande regeltjes en procedures bedacht werden, met heel wat onduidelijkheid en vertraging tot gevolg.

Voor een aantal netwerken was het moeilijk juist te weten hoe deze conventie in een raamakkoord om te zetten. Zo ging er de ronde dat het functioneel bilan verplicht gedeeld moest worden, of werd er geïnterpreteerd dat de eigen praktijk van de psycholoog moest uitgesloten worden, of er werd besloten dat psychologen verplicht outreachend zouden moeten werken.  Hier was niets van afgesproken, maar de netwerken werden herhaaldelijk op het verkeerde been gezet.  Geduldig en volhardend blijven wij zulke misverstanden rechtzetten.
Het functioneel bilan is een onderdeel van ons dossier en valt onder de regels van het gedeeld beroepsgeheim. Informatie kan enkel gedeeld worden mits vrije en geïnformeerde toestemming. Er mag geen druk gebruikt worden om deze toestemming te verkrijgen (bv ‘als je niet instapt, geen terugbetaling’ of ‘dit is noodzakelijk om in dit project goed te kunnen werken’). De gedeelde informatie dient tot het noodzakelijke beperkt te worden (zie vraag 4 in de faq).
In een public health visie die in deze conventie gehuldigd wordt, staat multidisciplinariteit centraal.  Vindplaatsgericht werken staat in deze context voor het opleiden van personen die op vindplaatsen werken om signalen van ‘unmet need’ op te merken en de betreffende burger te sensibiliseren en toe te leiden naar gepaste zorg, zoals zorg van een klinisch psycholoog of orthopedagoog. In bepaalde netwerken leeft nog altijd het misverstand dat vindplaatsgericht werken enkel betekent dat de klinisch psycholoog of orthopedagoog op de vindplaats consultaties aanbiedt, wat een unidisciplinaire invulling zou geven aan het bevorderen van vroegdetectie en vroeginterventie (zie vraag 17 in de faq).
Er is wel afgesproken aan de klinisch psycholoog of orthopedagoog de mogelijkheid te bieden outreachend te werken, zonder verplichting. Het betekent dat in de leefomgeving van de burger een aanbod gedaan kan worden – thuis, op het werk of in de school bijvoorbeeld (zie vraag 20 in de faq).
We hebben de overheidsadministratie opnieuw opgeroepen om de netwerken correct te informeren, omdat wij binnen sommige netwerken en in sommige regio’s nog steeds signalen opvangen dat er onduidelijkheid heerst, en dat dit begrijpelijke spanningen geeft in het werkveld. 

Welke signalen vangen wij van de collega’s uit het veld op?

Zoals voorspeld komen een aantal pijnpunten meer en duidelijker aan het licht. In het algemeen lijkt er een verschuiving te zijn, gezamenlijk met alle actoren in de netwerken wordt er gewerkt aan verandering. Wij zien ook bij de administratie en het kabinet een groeiend begrip en inzicht van de specifieke noden van de GGZ.

Toch missen wij duidelijkheid en cijfers. Hoe doe je aan triage om te weten wie al of niet in aanmerking komt voor terugbetaling? Hoeveel capaciteit is er? Wie heeft welke expertise? Welke nieuwe verwijsstromen zijn er zich aan het ontwikkelen? In welke mate wordt er vandaag al een kwetsbare doelgroep bereikt? Er is een groot budget gereserveerd om collega's in het veld hierin te ondersteunen via onder meer permanente vorming. Dat budget is echter nog steeds niet vrijgegeven ondanks kant en klare voorstellen vanuit de VVKP.

Ongenoegen leeft er ook om (onbezoldigd) allerlei activiteiten te moeten volgen of zich te verplaatsen. Ook hier worden budgetten nog niet altijd op de juiste manier ingezet. Duidelijke communicatie naar het veld en de burger gaan cruciaal zijn opdat de verwachtingen op een juiste manier op elkaar afgestemd kunnen worden. Bij wie kan men terecht? Hoe weet je of je in aanmerking komt? Of er dan plaats zal zijn? Hoe kan ik verwijzen? Welke samenwerking mag ik verwachten? 

We staan erop dat de burger erop gewezen wordt dat deze conventie een eerste stap is en dat kwaliteitsvolle zorg bij alle klinisch psychologen en orthopedagogen beschikbaar is.