Waar gaat het over?
De klinisch psycholoog werd erkend als autonoom gezondheidszorgberoep via de wet op de GGZ – beroepen van 10 juli 2016. Deze wet stelde dat er, naast de masteropleiding in de klinische psychologie er ook nog professionele stage zou moeten gedaan worden om de uiteindelijke erkenning als klinisch psycholoog te kunnen bekomen. Dat zou de Belgische erkenning gelijkschakelen met de Europese norm (Europsy) om aan autonome beoefening van de psychologie te doen.
Zoals steeds bij een nieuwe wet worden er overgangsmaatregelen voorzien. De overgangsmaatregel voor de erkenning als klinisch psycholoog bestaat er in dat de professionele stage niet gedaan zou moeten worden voor 2 groepen:
- Zij die op het moment van de inwerking treding van de wet (01 september 2016) reeds in het bezit waren van een master in de klinische psychologie
- Zij die ten laatste in het academiejaar 2016 – 2017 starten met hun opleiding.
Voor deze 2 groepen volstaat de master en zij hoeven dus geen extra stage te doen. Om geen verwarring te maken met de masterstage, spreken we over de gesuperviseerde professionele praktijk.
Vanwaar dan die ongerustheid?
De ongerustheid was het resultaat van de communicatie, tijdens een info–sessie aan de VUB, van informatie verstrekt door medewerkers van het agentschap Zorg en Gezondheid aan de Vlaamse decanen. Het agentschap Zorg en Gezondheid stelde in een email gericht aan de decanen dat “de eerste groep van klinisch psychologen die de professionele stage zal moeten doen, degene zijn die regulier afstuderen in 2022, ongeacht de vooropleiding. Deze regel zou mogelijk maken een helder antwoord te geven op de vele vragen van zij-instromers (verkorte trajecten, schakelstudenten, etc.).” Het is immers de Vlaamse overheid die bevoegd is om te interpreteren wat men dient te verstaan onder: “Zij die ten laatste in het academiejaar 2016 – 2017 starten met hun opleiding”
Op die eerste informatie kwam terecht een storm van verontwaardiging van vele studenten. De decanen en de VVKP hebben het Agentschap meteen gewezen op het problematische karakter van hun interpretatie. In een poging om kort op de bal te spelen heeft het Agentschap een tweede communicatie verspreid, ditmaal ook rechtstreeks aan de studenten. Helaas bevatte die communicatie een belangrijke fout met betrekking tot de jaartallen, waardoor het Agentschap zich genoodzaakt zag om een derde communicatie uit te sturen.
Naar de brief van het Agentschap
De brief schept duidelijkheid voor de grote groep van studenten:
- Wie dit academiejaar (2020 – 2021) afstudeert, zal geen gesuperviseerde professionele praktijk moeten volgen.
- Wie volgend jaar (academiejaar 2021 – 2022) afstudeert, zal dat wel moeten doen, tenzij de student zijn/haar opleiding uiterlijk is gestart in academiejaar 2016 – 2017.
Wat is er nu nog niet duidelijk?
Het agentschap zal zich nog moeten uitspreken over wat het precies verstaat onder een opleiding? Dit is vooral van belang voor de studenten die niet het reguliere traject volgen, maar instromen via een schakelprogramma.
Voor VVKP is het duidelijk dat iedereen die een opleiding gestart is ten laatste in het academiejaar 2016 -2017 en waarvan de opleiding toegang geeft tot het schakelprogramma psychologie in aanmerking moet komen voor de overgangsmaatregel en dus vrijgesteld van de gesuperviseerde professionele praktijk.
Op dit moment is het ook niet duidelijk hoe de gesuperviseerde professionele praktijk zal georganiseerd en vooral gefinancierd zal worden. Het is onwaarschijnlijk dat de overheid op een dergelijke korte termijn de middelen kan voorzien om te garanderen dat alle studenten in de huidige masteropleiding klinische psychologie een stage zullen kunnen volgen. Het meest realistische scenario zal wellicht zijn dat er in een eerste fase een financiële ondersteuning zal komen voor de stagediensten om stagemeesters ter beschikking te stellen. Op die manier kan de eerste werkervaring van jonge klinisch psychologen geratificeerd worden als stage.
De VVKP pleit ervoor om op termijn een volledig stagesysteem te financieren naar analogie met de artsen en andere Europese landen. Een dergelijk systeem heeft echter heel wat gevolgen en dit vraagt meer tijd om een consensus te vinden onder alle belanghebbenden.
Nood om zich te organiseren
Deze kwestie toont nogmaals het belang aan om je als student goed te informeren. Sluit je daarom aan bij je plaatselijke studentenkring aan je universiteit. Deze zijn immers allemaal verbonden aan de Belgian Federation for Psychology Students. Je studentenkringen hebben ook een vertegenwoordiging bij de VVKP en kunnen daardoor ook mee het beleid van de VVKP bepalen ten aanzien van de studenten in opleiding.
Je kan je ook gratis lid maken van de VVKP. Dit kost je niets en zorgt ervoor dat je meteen alle informatie met betrekking tot het beroep rechtstreeks ontvangt.