De gesuperviseerde professionele praktijk (GPP)
De RIZIV - administratie is volop de verschillende mogelijkheden aan het bekijken. De Minister was enigszins teleurgesteld dat de VVKP niet bereid was om de onderbenutte middelen uit de conventie aan te wenden om de eerste stage – projecten te financieren. Meer middelen vragen voor een beroepsgroep terwijl de huidige middelen niet benut worden is politiek immers niet evident. Toch blijft de VVKP het essentieel vinden dat de gesuperviseerde professionele praktijk niet beperkt mag blijven tot stagediensten en stagemeesters die gelinkt zijn met de conventie. De GPP overstijgt immers de conventie en heel wat essentiële stageplaatsen (vb. psychiatrische ziekenhuizen) vallen buiten het bestek van de conventie. Het is voor de VVKP cruciaal dat we nu kunnen doorpakken op dit thema via een permanente werkgroep die alle aspecten, inclusief de zorgplanning (hoeveel klinisch psychologen hebben we eigenlijk nodig in ons land?) kan aanpakken. Gezien heel wat stageplaatsen (vb. de centra voor geestelijke gezondheidszorg) onder Vlaamse bevoegdheid vallen zal er hiervoor ook samengewerkt moeten worden met de Gemeenschappen. Dit maakt het uiteraard niet minder complex.
De Minister toonde begrip voor ons standpunt en de administratie heeft de opdracht gekregen om te zoeken naar oplossingen om de GPP te realiseren op zijn minst in die settings die onder de bevoegdheid vallen van de federale overheid. Hij engageerde zich tevens om dit thema te agenderen bij zijn collega’s van de Gemeenschappen.
VVKP zet er alles aan om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen aan de studenten en om er met het kabinet, de stagemeesters en de universiteiten een duidelijke strategie uit te werken om aan alle betrokkenen een perspectief te kunnen bieden.
De hervorming van de Psychologencommissie
Minister Clarinval bereidt op dit moment een hervorming voor van de Psychologencommissie. Minister Vandenbroucke was hiervan nog niet op de hoogte, hij begreep ook niet het belang van de Commissie voor onze beroepsgroep. Volgens hem worden wij immers gevat door het visum en is de Psychologencommissie niet meer relevant voor ons.
De VVKP heeft uitgelegd dat het voor ons cruciaal is dat de deontologie gelinkt kan worden met het visum om de klinische psychologie uit te oefenen. Wij wezen hem op de problematische situatie dat collega’s die zich niet houden aan de deontologische code gewoon het beroep verder kunnen uitoefenen, waardoor de patiënt niet meer beschermd wordt.
De minister wenst vooral in te zetten op een meer multidisciplinaire werking en is geen voorstander meer van klassieke “ordes”. Hij vindt dat voorbijgestreefd. De VVKP heeft op zich geen probleem met de multidisciplinariteit, maar stelde dat dit niet voldoende is. De geestelijke gezondheidszorg is een dermate delicaat werk in de gezondheidszorg dat dit een bijzondere deontologie vraagt die andere klemtonen legt dan de medische. We staafden dit aan de hand van recente incidenten met gedeelde patiëntendossiers. De VVKP gaf verder aan dat we vooral geïnteresseerd zijn in een modern beroepsinstituut dat de kwaliteit en de verdere ontwikkeling van het beroep ten goede moet komen. We zullen het overleg tussen beide ministeries helpen faciliteren.
De wet op de ziekenhuiswetgeving
De Minister toonde zich aanvankelijk erg bezorgd over dit thema. Hij had de indruk dat de klinisch psychologen erop aanstuurden om ook te werken via afdrachten zoals de artsen. De VVKP wil echter haar doelstelling realiseren om de gezondheidszorg van een strakke medische benadering met een focus op ziekte te laten evolueren naar een bio – psycho – sociale benadering van de mens als een geheel. Gezien de ziekenhuizen één van de belangrijkste gezondheidssettings zijn wil de VVKP dan ook dat klinisch psychologen zich kunnen organiseren in diensten. De psychologische hulpverlening kan dan efficiënter georganiseerd worden en diensthoofden kunnen dan participeren aan een multidisciplinair beleid van het ziekenhuis. We gaven het voorbeeld van de verpleegkundige dienst als mogelijke referentie.
De Minister toonde zich erg geïnteresseerd in deze benadering en vroeg om een concreet voorstel uit te werken waar de juridische dienst dan mee aan de slag zou kunnen.
De afgelopen jaren hebben we met VVKP een hele weg afgelegd om de klinisch psycholoog op de kaart te zetten. Van het werken in de illegaliteit zijn we opgeschoven naar één van de meest prominente beroepsgroepen op de beleidsradar. Er was dan ook een hele inhaalbeweging te maken. Toch zijn we er nog lang niet. We blijven met de VVKP – ploeg geduldig maar standvastig werken aan de verdere ontwikkeling van ons beroep en de toegankelijkheid van onze zorg. Daarvoor hebben we jullie steun nodig. Uw lidmaatschap maakt dat we sterker kunnen wegen in de gesprekken met het beleid.