Diagnostische en therapeutische vrijheid

De klinisch psycholoog kiest, binnen de grenzen van de wetenschappelijk onderbouwde klinische psychologie, vrij en autonoom de middelen die hij/zij aanwendt bij het verstrekken van klinisch psychologische zorg. Er mogen hem/haar daarbij geen reglementaire beperkingen worden opgelegd. De klinisch psycholoog laat zich bij zijn in het eerste lid bedoelde keuze leiden door relevante wetenschappelijke gegevens en zijn expertise en houdt hierbij rekening met de voorkeuren van de patiënt.

Bepalingen in door een klinisch psycholoog gesloten overeenkomst die zijn/haar keuzevrijheid als bepaald zoals hierboven schenden, worden als niet geschreven beschouwd.

Bekwaamheid en visum

De klinisch psycholoog verstrekt enkel gezondheidszorg waarvoor hij over de nodige aantoonbare bekwaamheid en ervaring beschikt. De klinisch psycholoog houdt in een portfolio de nodige gegevens bij, bij voorkeur in elektronische vorm, waaruit blijkt dat hij/zij beschikt over de nodige bekwaamheid en ervaring.

Er is dus met andere woorden geen wettelijke bepaling die de klinisch psycholoog kan hanteren om te verantwoorden waarom hij/zij wel of niet een bepaalde interventie bij een bepaalde doelgroep doet. Finaal bij een juridisch conflict zal het de rechter zijn die zal inschatten of een klinisch psycholoog over de nodige bekwaamheden en ervaringen beschikte. We raden daarom alle leden aan om hun voortgezette opleidingen en professionele werkervaring bij te houden in het online ledenprofiel dat kan gehanteerd worden als een portfolio.

De klinisch psycholoog verwijst de patiënt naar een andere ter zake bevoegde gezondheidszorgbeoefenaar wanneer de gezondheidsproblematiek of de vereiste gezondheidszorg de grenzen van zijn eigen bekwaamheid overschrijdt. De klinisch psycholoog vermeldt de in het eerste lid bedoelde doorverwijzing in het patiëntendossier.

De klinisch psycholoog mag enkel klinisch psychologische zorg verstrekken indien hij/zij beschikt over een visum van klinisch psycholoog dat zijn/haar bekwaamheid tot uitoefening van het beroep van klinisch psycholoog reflecteert. 

Het hierboven bedoelde visum wordt uitgereikt door het Directoraat-generaal Gezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op basis van het basisdiploma van de klinisch psycholoog om het desbetreffende beroep in België te kunnen uitoefenen. De Koning heeft nadere regels bepaald inzake het aanvragen en uitreiken van het visum van klinisch psycholoog.

Naar het Koninklijk Besluit met betrekking tot de erkenningscriteria

Karakterisatie

Vooraleer de klinisch psycholoog klinisch psychologische zorg verstrekt voert hij/zij, indien pertinent, een karakterisatie van de patiënt en de betreffende verstrekking uit. Dit betekent een analyse van de gezondheidstoestand van de patiënt en de pertinente gegevens opnemen in het patiëntendossier.

In een aantal specifieke gevallen stelt de sokkelwet dat de zorg enkel verstrekt kan worden in de context van een ziekenhuis. We verwijzen voor die specifieke gevallen naar artikel 13 van de wet.

Omkadering

De klinisch psycholoog verzekert zich ervan dat de nodige omkadering aanwezig is die hem toelaat om klinisch psychologische zorg op een kwalitatief hoogstaand niveau te verrichten. De Koning kan voor wat het psychologisch handelen zelf betreft, nadere voorwaarden inzake omkadering vastleggen.

Voor het klinisch psychologisch handelen is dit vooralsnog niet gebeurd.

Continuïteit

De klinisch psycholoog mag een aan de gang zijnde behandeling van een patiënt niet onderbreken zonder vooraf alle voorzieningen te hebben getroffen om de continuïteit van de zorg te garanderen. De klinisch psycholoog stelt met het oog op deze continuïteit de patiënt in kennis van de klinisch psycholoog die beschikt over dezelfde bekwaamheid waar de patiënt voor opvolging terecht kan indien hijzelf niet beschikbaar is voor zijn praktijkvoering.

De klinisch psycholoog deelt, mits toestemming van de patiënt, aan een ander behandelend gezondheidszorgbeoefenaar door de patiënt aangewezen om hetzij de diagnose, hetzij de behandeling voort te zetten of te vervolledigen, alle daaromtrent nuttige of noodzakelijke informatie mee.

Wanneer de klinisch psycholoog zijn praktijk definitief stopzet, maakt hij het patiëntendossier en eventueel andere nuttige en noodzakelijke inlichtingen voor de continuïteit van de zorg met toestemming van de patiënt over aan een andere gezondheidszorgbeoefenaar. Indien de Toezichtcommissie ingelicht wordt dat een gezondheidszorgbeoefenaar niet meer bij machte is of was de continuïteit van zorg na te leven, neemt de Toezichtcommissie de nodige schikkingen voor de gepaste bewaarregeling voor de patiëntendossiers, teneinde de continuïteit van de zorg te kunnen verzekeren evenals voor de vrijwaring van het beroepsgeheim.

Indien voor de betreffende gezondheidszorgbeoefenaar een deontologisch orgaan is ingericht licht de Toezichtcommissie dit orgaan in. Dat orgaan neemt de vermelde schikkingen. Voor klinisch psychologen is het voorlopig nog onduidelijk of de Psychologencommissie kan gelden als volwaardig deontologisch orgaan. 

Zie het dossier "De Psychologencommissie"

De Koning kan in afwijking van paragraaf 1 voor bepaalde gezondheidszorgbeoefenaars of categorieën van gezondheidszorgbeoefenaars specifieke regels vaststellen voor het verzekeren van de continuïteit bij het definitief stopzetten van de praktijk. Dat is vooralsnog niet het geval voor klinisch psychologen.

Permanentie

De klinisch psycholoog moet, wanneer voor hun beroep een permanentie georganiseerd wordt, daaraan deelnemen en dit vermelden in hun portfolio. Vooralsnog wordt er voor klinisch psychologen geen dergelijke permanentie georganiseerd.

Een dergelijke permanentie zal per Koninklijk Besluit georganiseerd worden waarbij minimale voorwaarden bepaald zullen worden waaraan de  permanentie moet voldoen. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de permanentie georganiseerd per gezondheidszorgberoep of op de interdisciplinair georganiseerde permanentie. De Koning kan daarbij onder meer nadere regels bepalen inzake:

  1. het aantal gezondheidszorgbeoefenaars dat in het kader van de permanentie beschikbaar moet zijn;
  2. de tijdsvakken waarbinnen de permanentie moet worden gegarandeerd;
  3. het minimum aantal inwoners waarvoor de permanentie moet worden georganiseerd;
  4. de wijze van bekendmaking van de permanentie;
  5. de registratie van de oproepen tijdens de periode van de medische permanentie.

Geen enkele klinisch psycholoog die aan de vereiste voorwaarden beantwoordt mag van de permanentie worden uitgesloten, indien deze zou opgericht worden.

De gouverneur van de provincie waarbinnen de klinisch psycholoog aan de permanentie moet deelnemen kan op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichtcommissie de deelname aan de permanentie door de gezondheidszorgbeoefenaar vorderen. De opvordering gebeurt steeds in nauw overleg met de Toezichtcommissie.

De klinisch psycholoog kan een vrijstelling voor de deelname aan de hierboven bedoelde permanentie bekomen op basis van zijn gezondheidstoestand, leeftijd, gezinssituatie of de feitelijke uitoefening van zijn gezondheidszorgberoep. Deze vrijstelling wordt toegestaan door de bevoegde deontologische raad. Voor de gezondheidszorgbeoefenaars waarvoor geen deontologische raad is opgericht wordt bedoelde vrijstelling verleend door de Toezichtcommissie. De regels en procedure met betrekking tot het bekomen van deze vrijstelling kan via Koninklijk Besluit nog verder bepaald worden. Voor klinisch psychologen is het voorlopig nog onduidelijk of de Psychologencommissie kan gelden als volwaardig deontologisch orgaan. 

Zie het dossier "De Psychologencommissie"

Voorschrift

Voor klinisch psychologen is op dit moment vooral het "verwijsvoorschrift" van belang.

Wanneer een klinisch psycholoog die ofwel met het oog op het stellen of bevestigen van een diagnose ofwel met het oog op het opstarten van een therapie, een beroep wenst te doen op een andere gezondheidszorgbeoefenaar en een voorschrift opstelt, hierna verwijsvoorschrift genoemd, voldoet het verwijsvoorschrift aan volgende voorwaarden:

  1. het vermeldt de naam en de voornaam van de patiënt;
  2. het is elektronisch of eventueel op papier;
  3. het wordt door de klinisch psycholoog gedagtekend op papier of op elektronische wijze aan de hand van een procedure die vastgesteld werd door het Beheerscomité van het eHealth-platform. Een dergelijke procedure bestaat vooralsnog niet voor klinisch psychologen;
  4. het wordt ofwel ondertekend door de klinisch psycholoog, ofwel wordt de identiteit van de klinisch psycholoog geauthentiseerd aan de hand van een procedure die vastgesteld werd door het Beheerscomité van het eHealth-platform. Een dergelijke procedure bestaat vooralsnog niet voor klinisch psychologen. Het ondertekenen van een verwijsvoorschrift mag niet gedelegeerd worden; 
  5. het vermeldt de diagnose of de diagnostische gegevens van de klinisch psycholoog;
  6. het kan een verzoek voor bepaalde diagnostische of therapeutische verstrekkingen vermelden. Voor wat betreft de therapeutische verstrekkingen kan een maximum aantal behandelingsbeurten worden vermeld. De gezondheidszorgbeoefenaar die het voorschrift ontvangt kan desgevallend van dit verzoek afwijken binnen de perken van de hem door of krachtens de wet toegewezen bevoegdheden. De Koning kan de gezondheidszorgbeoefenaars aanwijzen die een toestemming nodig hebben van de voorschrijvende gezondheidszorgbeoefenaar voor bedoelde afwijking. In het geval van de klinisch psycholoog gaat het hier over de ondersteunende GGZ - beroepen; 
  7. het vermeldt de eventuele contra-indicaties voor bepaalde behandelingswijzen;
  8. het kan een verzoek tot verslaggeving van de diagnosestelling, behandeling of verkregen resultaten bevatten.

Een klinisch psycholoog kan een groepsvoorschrift opstellen voor een samenwerkingsverband tussen gezondheidszorgbeoefenaars. Bedoeld groepsvoorschrift houdt een delegatie van bevoegdheden in voor de gezondheidszorgbeoefenaars van het samenwerkingsverband. De gezondheidszorgbeoefenaars van het samenwerkingsverband beslissen na overleg met de patiënt en de voorschrijvende klinisch psycholoog, in onderling overleg over de uitvoering van het groepsvoorschrift. De coördinatie van de uitvoering van het groepsvoorschrift gebeurt door een gezondheidszorgbeoefenaar van het samenwerkingsverband. Tijdens de uitvoering van het groepsvoorschrift wordt er op regelmatige basis teruggekoppeld naar de patiënt en de voorschrijvende klinisch psycholoog. De uitvoering van het groepsvoorschrift wordt gedocumenteerd in het patiëntendossier.

Via Koninklijk Besluiten zouden er nog nadere regels bepaald kunnen worden met betrekking tot de inhoud en de modaliteiten van het voorschrijven zoals hierboven bedoeld. Er kunnen ook bijkomende voorwaarden vastgelegd worden waaraan de voorschriften in ambulante en extramurale omgeving moeten voldoen. Er kan eveneens de inhoud en de nadere regels van het voorschrijven bepalen met het oog op de erkenning in België van voorschriften uitgevaardigd door voorschrijvers gevestigd in het buitenland.

Praktijkinformatie

De klinisch psycholoog mag praktijkinformatie aan het publiek kenbaar maken. Onder praktijkinformatie wordt verstaan iedere vorm van mededeling die rechtstreeks en specifiek, ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of aangewende technieken, tot doel heeft een gezondheidszorgbeoefenaar te laten kennen of informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk.

  1. De klinisch psycholoog mag praktijkinformatie enkel aan het publiek kenbaar maken mits de hierna volgende voorwaarden worden nageleefd:
  2. de praktijkinformatie moet waarheidsgetrouw, objectief, relevant en verifieerbaar zijn en ze moet wetenschappelijk onderbouwd zijn;
  3. de praktijkinformatie mag niet aanzetten tot overbodige onderzoeken of behandelingen noch mag ze de ronseling van patiënten tot doel hebben.

De praktijkinformatie vermeldt de bijzondere beroepstitel(s) waarover de gezondheidszorgbeoefenaar beschikt. Deze bepaling sluit niet uit dat de gezondheidszorgbeoefenaar ook kan informeren over bepaalde opleidingen waarvoor geen bijzondere beroepstitel bestaat.

Structuur en organisatie van de praktijkvoering

Er kan via Koninklijk Besluit nadere regels bepaald worden met betrekking tot de structuur en organisatie van de praktijk van de klinisch psycholoog en van samenwerkingsverbanden tussen gezondheidszorgbeoefenaars, bijvoorbeeld een multidisciplinaire groepspraktijk. Daarbij kunnen de gezondheidszorgbeoefenaars aangeduid worden die deel uitmaken van het bedoelde samenwerkingsverband. Deze regels worden bepaald na advies van de federale adviesraden opgericht in het kader van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van gezondheidszorgberoepen, die gezondheidszorgbeoefenaars vertegenwoordigen waarop de nadere regels van toepassing zullen zijn.

Deze regels kunnen onder meer betrekking hebben op het patiëntendossier, de continuïteit en permanentie van de praktijkvoering, de rolomschrijving van de individuele gezondheidszorgbeoefenaars, de samenwerking tussen gezondheidszorgbeoefenaars al dan niet binnen een samenwerkingsverband en de voorwaarden inzake omkadering die toelaten om gezondheidszorg op een kwalitatief hoogstaand niveau te verstrekken. Deze regels hebben geen betrekking op het stellen van de diagnose, de keuze, het instellen en de uitvoering van de behandeling.

Patiëntendossier

De noodzakelijke gegevens die je moet opnemen in het patiëntendossier zijn omvangrijk en hebben we dan ook opgelijst in een aparte pagina.

Naar de noodzakelijke gegevens van het patiëntendossier

Toegang tot gezondheidsgegevens

De klinisch psycholoog heeft toegang tot persoonsgegevens betreffende de gezondheid van de patiënt die worden bijgehouden en bewaard door andere gezondheidszorgbeoefenaars op voorwaarde dat de patiënt voorafgaand zijn geïnformeerde toestemming tot deze toegang gaf. De patiënt kan bij het verlenen van deze toestemming bepaalde gezondheidszorgbeoefenaars uitsluiten. De regels voor die toestemming zullen nog via Koninklijk Besluit bepaald moeten worden. 

De klinisch psycholoog heeft enkel toegang tot de persoonsgegevens betreffende de gezondheid van een patiënt waarmee hij een therapeutische relatie heeft. Onder therapeutische relatie wordt verstaan een relatie tussen een patiënt en een klinisch psycholoog in het kader waarvan gezondheidszorg wordt verstrekt. Via Koninklijk Besluit kunnen de categorieën gezondheidszorgbeoefenaars aangewezen worden die, ondanks dat ze in toepassing van het tweede lid een therapeutische relatie met de patiënt hebben, geen toegang hebben tot de uitwisseling van bedoelde gegevens.

De klinisch psycholoog die een therapeutische relatie met de patiënt heeft, heeft enkel toegang tot de persoonsgegevens betreffende de gezondheid van deze patiënt onder de volgende voorwaarden:

  1. de finaliteit van de toegang bestaat uit het verstrekken van gezondheidszorg;
  2. de toegang is noodzakelijk voor de continuïteit en kwaliteit van het verstrekken van gezondheidszorg;
  3. de toegang beperkt zich tot de gegevens die dienstig en pertinent zijn in het kader van het verstrekken van gezondheidszorg.

Wanneer in een spoedgeval geen duidelijkheid aanwezig is omtrent de toestemming van de patiënt met betrekking tot de toegang van de gezondheidszorgbeoefenaar tot de persoonsgegevens die de gezondheid van de patiënt betreffen, heeft de gezondheidszorgbeoefenaar met het oog op het verstrekken van de noodzakelijke gezondheidszorg in het belang van de patiënt toegang tot bedoelde gegevens onder de hierboven vermelde voorwaarden.

De klinisch psycholoog die de persoonsgegevens betreffende de gezondheid van de patiënt bijhoudt en bewaart, neemt de nodige maatregelen opdat de patiënt kan controleren welke personen toegang hebben of hebben gehad tot de hem betreffende persoonsgegevens betreffende de gezondheid.

Register

De klinisch psycholoog deelt aan het Directoraat - generaal Gezondheidszorg van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu mee:

  1. een algemene omschrijving van de gezondheidszorg die hij verstrekt;
  2. of hij gezondheidszorg al dan niet verstrekt in het kader van een samenwerking met andere gezondheidszorgbeoefenaars;
  3. de locatie waar hij bedoelde gezondheidszorg verstrekt.

Elke wijziging in de in het eerste lid bedoelde gegevens wordt onverwijld meegedeeld. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing indien het Directoraat-generaal Gezondheidszorg door een andere bron over bedoelde gegevens beschikt.

De meegedeelde gegevens worden opgenomen in een register van praktijken. De klinisch psycholoog ontvangt een notificatie van de hem of haar betreffende gegevens die in het register van praktijken zijn opgenomen.

Indien de FOD vaststelt dat de meegedeelde gegevens niet of niet meer correct zijn, gaat men over tot ambtshalve aanpassing van de gegevens.

Het publiek heeft toegang tot de in het register van praktijken opgenomen gegevens. De klinisch psycholoog die de gezondheidszorg waarvoor hij geregistreerd is niet meer substantieel uitoefent, kan vragen om het publiek geen toegang meer te verlenen tot zijn registratie. Via Koninklijk Besluit kunnen er nadere regels opgesteld worden voor deze procedure. Er kunnen ook bijkomende voorwaarden opgelegd worden voor specifieke zorgberoepen, samenwerkingen tussen zorgberoepen of types zorg.