Bij het Directoraat-generaal Gezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt een Federale Commissie voor toezicht op de praktijkvoering in de gezondheidszorg opgericht.
De Toezichtcommissie heeft als opdracht toezicht te houden op de praktijkvoering van de gezondheidszorgbeoefenaars. De Toezichtcommissie kan hierdoor toezicht uitoefenen op:
- de fysieke en psychische geschiktheid van de gezondheidszorgbeoefenaars;
- de naleving door de gezondheidszorgbeoefenaars van de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
- de naleving door de gezondheidszorgbeoefenaars van de bepalingen uit de Wet op de Patiëntenrechten.
De Toezichtcommissie is samengesteld uit een Nederlandstalige kamer en een Franstalige kamer. Elke kamer bestaat uit:
- een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter die magistraat of eremagistraat van de rechterlijk orde zijn;
- een effectief lid en een plaatsvervangend lid die arts zijn en worden voorgedragen door de Nationale Raad van de Orde der artsen;
- een effectief lid en een plaatsvervangend lid die apotheker zijn en worden voorgedragen door de Nationale Raad van de Orde der apothekers;
- twee effectieve leden en twee plaatsvervangende leden voor elk van volgende categorie van gezondheidszorgbeoefenaars voorgedragen door de representatieve organisaties van betrokken categorie op een dubbele lijst van kandidaten: a
- artsen;
- tandartsen;
- apothekers;
- vroedvrouwen;
- verpleegkundigen;
- kinesitherapeuten;
- klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen;
- paramedici;
- hulpverlener-ambulanciers.
- Patiëntenvertegenwoordigers.
In functie van de werklast kunnen deze kamers ontdubbeld worden teneinde meer zaken te kunnen behandelen. De Kamers kunnen tevens werkgroepen benoemen die onder meer dossiers kunnen voorbereiden.
De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden worden via Koninklijk Besluit benoemd voor een termijn van zes jaar. Er kunnen criteria vastgelegd worden waaraan een organisatie moet beantwoorden om representatief te zijn om leden te mogen voordragen.
Een ambtenaar van de inspectie van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten evenals een ambtenaar van de Dienst Geneeskundige Controle en Evaluatie van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering kunnen met raadgevende stem deelnemen aan de vergaderingen van de kamers. Deze ambtenaren beschikken over een bevoegdheid om vaststellingen te doen en om een proces-verbaal op te stellen. Ze worden voor een periode van zes jaar aangeduid door de Koning. Er kunnen ook inspecteurs met raadgevende stem deelnemen aan de vergaderingen. De kamers kunnen voor het uitvoeren van hun opdrachten beroep doen op experten.
Een ambtenaar van het Directoraat-generaal Gezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is de secretaris van de Toezichtcommissie.
Het concrete toezicht op het terrein wordt uitgeoefend door de gezondheidsinspecteurs van het Directoraat-generaal Gezondheidzorg van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Het toezicht kan tevens gebeuren door inspecteurs van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten evenals van de Dienst Geneeskundige Controle en Evaluatie van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering die door de Koning worden aangewezen. Via Koninklijk Besluit kunnen eventueel nadere regels bepaald worden waaraan deze inspecteurs dienen te voldoen.
De Toezichtcommissie kan op volgende wijze toezicht uitoefenen:
- door een systematisch toezicht;
- door een ad hoc toezicht:
- naar aanleiding van een klacht;
- op eigen initiatief.
Wanneer de Toezichtcommissie een klacht ontvangt en deze ontvankelijk verklaart, neemt de Toezichtcommissie contact op met de directeur - generaal van het Directoraat-generaal Gezondheidszorg die aan bovenvermelde inspecteurs de nodige instructies geeft voor een concreet toezicht op het terrein. De directeur-generaal kan desgevallend ook voor een klacht die door de Toezichtcommissie onontvankelijk werd verklaard een inspecteur instrueren om een concreet toezicht uit te oefenen.
Met het oog op het toezicht hebben de inspecteurs toegang tot de lokalen waar de klinisch psychologen gezondheidszorg verstrekken. Zij kunnen zich alle inlichtingen die noodzakelijk zijn voor het toezicht, laten verstrekken en zich alle bescheiden of elektronische dragers laten overhandigen die zij voor de uitoefening van hun controleopdracht behoeven. In het bijzonder kunnen zij het portfolio bedoeld in artikel 8 van de betrokken gezondheidszorgbeoefenaar opvragen.
De inspecteurs nemen hun bevindingen op in een procesverbaal dat bewijskracht heeft tot bewijs van het tegendeel en bezorgen dit proces-verbaal aan voornoemde directeur-generaal.
Bedoelde directeur-generaal bezorgt het proces-verbaal voor advies aan de Toezichtcommissie. Hij bezorgt tevens een afschrift van het proces-verbaal aan de betrokken gezondheidszorgbeoefenaar binnen 14 dagen te rekenen vanaf de bevindingen. De gezondheidszorgbeoefenaar beschikt over een termijn van 30 dagen vanaf de ontvangst van het proces-verbaal om zijn opmerkingen te doen gelden. Op zijn verzoek wordt hij gehoord door de Toezichtcommissie.
Voornoemde directeur-generaal bezorgt na advies van de Toezichtcommissie het proces-verbaal van de inspecteur, het advies van de Toezichtcommissie en desgevallend de opmerkingen van de betrokken gezondheidszorgbeoefenaar aan de minister.
Bij schending van de vereisten inzake kwaliteitsvolle praktijkvoering kan de minister de gezondheidszorgbeoefenaar een verbeterplan voorleggen. De minister stelt de termijn vast waarbinnen het verbeterplan wordt uitgevoerd. Bedoelde termijn is eenmalig hernieuwbaar.
Bij vaststelling van fysische of psychische ongeschiktheid van de gezondheidszorgbeoefenaar, bij schending van de voorwaarden inzake omkadering bedoeld in afdeling 4, bij schending van de kwaliteitseisen inzake continuïteit bedoeld in afdeling 6 en bij schending van de kwaliteitseisen inzake permanentie bedoeld in afdeling 7, kan de minister volgende maatregelen opleggen:
- het intrekken van het visum;
- het schorsen van het visum;
Bij herhaling van een schending of indien dergelijke schending doet vrezen voor ernstige gevolgen voor de patiënt of indien er ernstige en eensluidende aanwijzingen zijn dat verdere uitoefening zware gevolgen voor de volksgezondheid zal hebben, kan de minister tevens het visum intrekken of schorsen. Voornoemde directeur-generaal brengt de Toezichtcommissie op de hoogte van de beslissing van de minister.
De directeur - generaal kan ook beslissen tot de onmiddellijke voorlopige schorsing van het visum indien er op basis van het proces-verbaal van de inspecteur ernstige gevolgen voor de patiënten worden gevreesd of er ernstige en eensluidende aanwijzingen zijn dat de verdere beroepsuitoefening zware gevolgen voor de volksgezondheid zal hebben. De directeur-generaal verzoekt de Toezichtcommissie in dat geval om een advies uit te brengen binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de ingang van de onmiddellijke voorlopige schorsing. Hij brengt de betrokken klinisch psycholoog ervan op de hoogte dat hij zijn opmerkingen kan bezorgen en dat hij op zijn verzoek wordt gehoord door de Toezichtcommissie. Een definitieve beslissing wordt door de minister genomen.
De klinisch psycholoog die een verbeterplan werd voorgelegd, moet aan de minister bij het verstrijken van de vastgestelde termijn kunnen bewijzen dat de nodige verbeteringen werden doorgevoerd.
De minister beëindigt een schorsing die werd opgelegd, nadat wordt vastgesteld dat de redenen die de maatregel verantwoorden zijn verdwenen.
De klinisch psycholoog kan vanaf het verstrijken van een maand te rekenen vanaf de ingang van de definitieve maatregel elke maand een verzoek tot beëindiging van de maatregel bij de Toezichtcommissie indienen.
Voor het uitbrengen van een advies is de kamer van de Toezichtcommissie samengesteld uit de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter, een arts of een apotheker, twee leden die het gezondheidszorgberoep van de klinisch psycholoog vertegenwoordigen en een lid dat een ander gezondheidszorgberoep vertegenwoordigt.
Er kunnen verdere regels opgelegd worden via Koninklijk Besluit om de werking van de Toezichtscommissie verder te regelen.
De Toezichtcommissie brengt het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, en desgevallend de patiënt, de klinisch psycholoog of de instantie die een klacht indiende en andere belanghebbende personen en instanties op de hoogte van de door de minister genomen maatregelen. Via Koninklijk Besluit kunnen andere instanties aangewezen worden die door de Toezichtcommissie op de hoogte moeten worden gebracht. Tevens kunnen er specifieke regels opgelegd worden hoe deze instanties ingelicht moeten worden.
Bij een klacht zullen steeds de klager alsook de beklaagde gehoord worden. De klager zal vanaf nu ook op de hoogte gehouden worden van het verdere verloop van diens klacht.
Via Koninklijk Besluit kunnen tevens nadere regels vastgelegd worden voor het informeren van het publiek in verband met de actuele stand van zaken van het visum van de klinisch psychologen.
De voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter en de leden van de Toezichtcommissie hebben recht op presentiegelden, vergoedingen voor reiskosten en vergoedingen voor verblijfskosten. Dit zal nog nader bepaald worden via Koninklijk Besluit.
De Toezichtscommissie rapporteert jaarlijks aan de bevoegde Minister.