Onderhoud met Minister Vandenbroucke
Op dinsdag avond 22 juni, na onze Algemene Vergadering, hadden VVKP en UPPCF een onderhoud met Minister van Volksgezondheid Vandenbroucke om de lopende onderhandelingen betreffende de conventie voor terugbetaling te bespreken. Hoewel het gesprek constructief is verlopen en er een grote bereidheid tot luisteren voelbaar was, lopen de onderhandelingen op een aantal punten nog stroef. Tijdens het overleg overhandigden we onze nota meerjarenplan waarin we naast behoorlijke financiering (RIZIV, IFIC en stage) aandacht vragen voor o.a. de wettelijke verankering, vertaling van de kwaliteitswet naar onze praktijk en de aanpassing van de ziekenhuiswet.
Toch zijn er redenen om hoopvol te zijn: ondanks het beperkte budget zal er gemikt worden op een aanbod voor zowel laagdrempelige als voor specialistische zorg, en dit zowel individueel als in groep. We steunen daarenboven het idee om zorg lokaal en geïntegreerd te organiseren.
Inzetten op eensgezindheid
Het is onze betrachting om rekening te houden met de gevoeligheden aan beide kanten van de taalgrens en tussen verschillende opvattingen die leven in het veld. Over een aantal heikele thema’s zijn er stevige discussies en zal het bereiken van consensus nog een behoorlijke inspanning vereisen.
Het voornaamste doel op dit moment blijft in te zetten op zoveel mogelijk eensgezindheid, organisatie en mobiliteit als beroepsgroep, en ons in de huidige – maar ook toekomstige – onderhandelingen zeker niet uit elkaar te laten spelen. We willen er alleszins verder voor ijveren dat er een voorstel uit de bus komt waarin het brede veld van klinisch psychologen zich kan vinden, een conventie die voldoende garanties kan geven op de verdere ontsluiting van een kwaliteitsvolle psychologische zorg voor de burger en klinisch psychologen tot ontwikkeling kan laten komen. We willen er in deze fase voornamelijk over waken dat het fundament goed zit en dat we aan het einde van de rit beschikken over een stevige basis waar we als beroepsgroep op verder kunnen bouwen.
Resultaten van de enquête bevestigen onze koers
Om deze lopende onderhandelingen te onderbouwen met de visies van klinisch psychologen hebben we recentelijk een enquête georganiseerd. Eerst en vooral willen we iedereen bedanken die hieraan heeft deelgenomen.
Zo steunt de beroepsgroep onze eis voor een billijke vergoeding van de zelfstandige collega’s. Indien er een financiering zou zijn dan zou er een toename in capaciteit voor individuele consultatie zijn (vooral de zelfstandigen in bijberoep).
Vanuit economische overwegingen hoopte het beleid dat men de grootste nood aan psychologische zorg zou kunnen ledigen door groepsbegeleidingen. Uit de enquête blijkt slechts een beperkte bereidheid bij onze collega’s om hierin te investeren. Er is grote eensgezindheid betreffende het belang van de therapeutische vrijheid, afwezigheid van een diagnoseverplichting, vrije keuze van behandelaar en rechtstreeks toegang tot basispsychologische zorg. Ook dat we vrij moeten kunnen kiezen of wij solo, in groep en/of multidisciplinair wensen te werken, werd door meer dan 90% van de respondenten gesteund.
Het verplichten van getrapte zorg en om specialistische handelingen, zoals psychotherapie en psychodiagnostiek, voor te behouden aan gesubsidieerde centra wordt door de meeste respondenten afgewezen.
Wij konden ook vaststellen dat we als beroepsgroep weigeren te kiezen tussen het wegwerken van de bestaande wachtlijsten of het voorkomen van toekomstige wachtlijsten. Dit sluit aan bij onze inschatting dat het een onethische keuze zou zijn als men structureel een bepaalde doelgroep zou uitsluiten van terugbetaling van psychologische zorg.
De brede bevraging van het veld bevestigt de krijtlijnen waarbinnen we de afgelopen maanden aan het werken zijn. Dit is geruststellend en bemoedigend.
Heel veel collega’s vulden ook het open veld in, de vele terechte opmerkingen geven de kracht van ons beroep in zijn diversiteit weer. Het erkennen en zelfs beschermen van deze diversiteit is belangrijk.
Conclusie – uitdaging en terreinwinst
Wat we uit het verhaal van de financiering leren is dat het organiseren en uitdragen van matched care (i.e. de afstemming op de behandelbereidheid en zorgvraag/nood met de juiste interventie, door de juiste behandelaar) een ware uitdaging is. Het beperkte budget dat er nu ter beschikking wordt gesteld (150 miljoen EUR), zal dienen voor de uitrol van psychologische zorg georganiseerd vanuit de eerstelijnszorg. Vanuit de oorspronkelijke opzet van het protocolakkoord omvat dit zowel het preventieve en psycho-educatieve luik, het basispsychologische luik (vroegdetectie en vroeginterventie) alsook de gespecialiseerde zorg.
We zijn ons maar al te zeer bewust van het feit dat dit budget slechts een druppel op een gloeiende plaat is, rekening houdend met het feit dat met dit budget ook de randvoorwaarden gefinancierd zullen moeten worden alsook de ondersteunende beroepen. Tegelijkertijd merken we een evolutie op, en zien we dat men op verschillende cruciale punten aan het opschuiven is.
We will keep you posted.
Jullie vinden onder deze link een overzicht van de resultaten – een uitgebreid rapport volgt later.