De zaak Kaat Bollen was voor Vlaams parlementslid Freya Vandenbossche (sp-a) de aanleiding om minister Beke te interpelleren over het dragen van de titel van klinisch psycholoog en het zich presenteren aan patiënten. Minister Beke herhaalde nog eens het federale standpunt, namelijk dat voor de uitoefening van de klinische psychologie de erkenning en het visum volstaan. Voor het dragen van de titel van psycholoog moet je je inschrijven bij de Psychologencommissie.
Op de vraag echter om dit concreet te maken wat dit dan betekent voor het dragen van de titel van klinisch psycholoog, moest de minister echter het antwoord schuldig blijven: "De titel van psycholoog vergt een inschrijving bij de Psychologencommissie, maar de uitoefening van het beroep van klinisch psycholoog vergt dat niet. De titel van klinisch psycholoog is iets anders. Het is complex, maar zo zit het op dit ogenblik in elkaar."
Vlaams parlementslid Lorin Parys (N-Va) stelde voor om dit te vereenvoudigen en naar het Vlaamse niveau te brengen. Het antwoord van minister Beke was interessant: "Mijnheer Parys, u hebt me ook gevraagd hoe ik dit in de toekomst zie. Ik denk dat we daar beter een grotere uniformiteit in kunnen brengen. Dat is voer voor de Werkgroep Institutionele Zaken die het Vlaams Parlement pas heeft opgericht. Dit kan als een voorbeeld worden genomen."