De inwerkingtreding van de kwaliteitswet werd aanvankelijk uitgesteld naar 01 juli 2022. Recent besliste de minister om een aantal bepalingen toch al van kracht te laten gaan vanaf 01 januari 2022. De Federale Raad GGZ - beroepen mocht ook een verhelderend schrijven ontvangen van de Minister desbetreffende. We verwijzen ook graag naar de analyse door de collega's van de Psychologencommissie. Op dit moment zijn er niet meteen grote gevolgen voor onze praktijkvoering aangezien de meest relevante elementen nog een apart Koninklijk Besluit vergen. 

 

Diagnostische en therapeutische vrijheid

Als klinisch psycholoog geniet u, binnen de grenzen van uw competenties, absolute diagnostische en therapeutische vrijheid. Niemand kan u zeggen hoe u de klinische psychologie moet beoefenen of welke middelen u daarvoor moet aanwenden. Indien er toch een reglementair kader zou uitgeschreven worden (vb. een contract) dat bepalingen omvat die deze diagnostische of therapeutische vrijheid zouden inperken, dan worden deze beschouwd als zijnde niet geschreven.

 

Patiëntendossier

De wet bepaalt de minimale inhoud van het patiëntendossier. De wet voorziet ook in de verplichting opdat de klinisch psycholoog de patiëntendossiers bijhoudt en bewaart in elektronische vorm. Die laatste bepaling treedt pas op een latere datum in werking. 

Wat moet er allemaal in het patiëntendossier opgenomen worden?

 

Bekwaamheid en visum

U moet ten alle tijde kunnen aantonen dat u over de nodige competenties beschikt om die klinische psychologische te verstrekken die u aanbiedt, bij voorkeur elektronisch. De Federale Raad GGZ - beroepen zal nog bevraagd worden naar een specifieke model voor onze beroepsgroep, maar nu reeds kan u in uw ledenprofiel VVKP uw competenties digitaal bij houden.

De gekende doorverwijsplicht, die werd ingevoerd in de eerste versie van de wet op de GGZ - beroepen in 2014, wordt opnieuw herhaald voor alle gezondheidszorgberoepen. Wanneer u geconfronteerd wordt met de hulpvraag van een patiënt waarvoor u niet over de nodige competenties beschikt, dan bent u verplicht om die patiënt door te verwijzen naar een terzake bevoegde competente collega. Dit geldt voor alle zorgberoepen.

Je mag enkel klinische psychologie verstrekken wanneer je ook daadwerkelijk over een visum beschikt. Dat visum wordt afgeleverd door de FOD Volksgezondheid en moet je beschouwen als een "license to practice". 

Meer info over hoe je een visum kunt aanvragen. 

 

Karakterisatie

Vooraleer je start met klinisch psychologische zorg te verlenen aan een patiënt, voer je een karakterisatie uit. Dit betekent dat je een analyse maakt van diens gezondheidstoestand en hulpvraag en de relevante gegevens bijhoudt in je patiëntendossier. In een aantal specifieke gevallen moet de zorg verleend worden in een ziekenhuiscontext, doch die gevallen hebben geen betrekking op de uitoefening van de klinische psychologie.

 

Omkadering

Het is je eigen verantwoordelijkheid als klinisch psycholoog om ervoor te zorgen dat de nodige omkadering aanwezig is om klinische psychologische zorg te leveren aan een hoogstaand kwalitatief niveau. Eventueel zou er voor klinische psychologie via Koninklijk Besluit bijkomende voorwaarden kunnen opgelegd worden, maar we verwachten dat in dat geval er altijd eerst advies zal gevraagd worden aan de Federale Raad GGZ - beroepen. 

 

Anxiolyse en anesthesie

Niet van toepassing voor klinisch psychologen.

 

Zorgcontinuïteit

De klinisch psycholoog mag een aan de gang zijnde behandeling van een patiënt niet onderbreken zonder vooraf alle voorzieningen te hebben getroffen om de continuïteit van de zorg te garanderen. De klinisch psycholoog stelt met het oog op deze continuïteit de patiënt in kennis van de klinisch psycholoog die beschikt over dezelfde bekwaamheid waar de patiënt voor opvolging terecht kan indien hijzelf niet beschikbaar is voor zijn praktijkvoering.

De klinisch psycholoog deelt, mits toestemming van de patiënt, aan een ander behandelend gezondheidszorgbeoefenaar door de patiënt aangewezen om hetzij de diagnose, hetzij de behandeling voort te zetten of te vervolledigen, alle daaromtrent nuttige of noodzakelijke informatie mee.

Wanneer de klinisch psycholoog zijn praktijk definitief stopzet, maakt hij het patiëntendossier en eventueel andere nuttige en noodzakelijke inlichtingen voor de continuïteit van de zorg met toestemming van de patiënt over aan een andere gezondheidszorgbeoefenaar. Indien de toekomstige Toezichtcommissie ingelicht wordt dat een klinisch psycholoog niet meer bij machte is of was de continuïteit van zorg na te leven, neemt de toekomstige Toezichtcommissie de nodige schikkingen voor de gepaste bewaarregeling voor de patiëntendossiers, teneinde de continuïteit van de zorg te kunnen verzekeren evenals voor de vrijwaring van het beroepsgeheim.

Indien voor de betreffende gezondheidszorgbeoefenaar een deontologisch orgaan is ingericht licht de toekomstige Toezichtcommissie dit orgaan in. Dat orgaan neemt de vermelde schikkingen. Voor klinisch psychologen is het voorlopig nog onduidelijk of de Psychologencommissie kan gelden als volwaardig deontologisch orgaan. 

ZIE HET DOSSIER "DE PSYCHOLOGENCOMMISSIE"

De Koning kan in afwijking van paragraaf 1 voor bepaalde gezondheidszorgbeoefenaars of categorieën van gezondheidszorgbeoefenaars specifieke regels vaststellen voor het verzekeren van de continuïteit bij het definitief stopzetten van de praktijk. Dat is vooralsnog niet het geval voor klinisch psychologen.

 

Voorschrift

Voor klinisch psychologen is op dit moment vooral het "verwijsvoorschrift" van belang.

Wanneer een klinisch psycholoog die ofwel met het oog op het stellen of bevestigen van een diagnose ofwel met het oog op het opstarten van een therapie, een beroep wenst te doen op een andere gezondheidszorgbeoefenaar en een voorschrift opstelt, hierna verwijsvoorschrift genoemd, voldoet het verwijsvoorschrift aan volgende voorwaarden:

  1. het vermeldt de naam en de voornaam van de patiënt;
  2. het is elektronisch of eventueel op papier;
  3. het wordt door de klinisch psycholoog gedagtekend op papier of op elektronische wijze aan de hand van een procedure die vastgesteld werd door het Beheerscomité van het eHealth-platform. Een dergelijke procedure bestaat vooralsnog niet voor klinisch psychologen;
  4. het wordt ofwel ondertekend door de klinisch psycholoog, ofwel wordt de identiteit van de klinisch psycholoog geauthentiseerd aan de hand van een procedure die vastgesteld werd door het Beheerscomité van het eHealth-platform. Een dergelijke procedure bestaat vooralsnog niet voor klinisch psychologen. Het ondertekenen van een verwijsvoorschrift mag niet gedelegeerd worden; 
  5. het vermeldt de diagnose of de diagnostische gegevens van de klinisch psycholoog;
  6. het kan een verzoek voor bepaalde diagnostische of therapeutische verstrekkingen vermelden. Voor wat betreft de therapeutische verstrekkingen kan een maximum aantal behandelingsbeurten worden vermeld. De gezondheidszorgbeoefenaar die het voorschrift ontvangt kan desgevallend van dit verzoek afwijken binnen de perken van de hem door of krachtens de wet toegewezen bevoegdheden. De Koning kan de gezondheidszorgbeoefenaars aanwijzen die een toestemming nodig hebben van de voorschrijvende gezondheidszorgbeoefenaar voor bedoelde afwijking. In het geval van de klinisch psycholoog gaat het hier over de ondersteunende GGZ - beroepen; 
  7. het vermeldt de eventuele contra-indicaties voor bepaalde behandelingswijzen;
  8. het kan een verzoek tot verslaggeving van de diagnosestelling, behandeling of verkregen resultaten bevatten.

Een klinisch psycholoog kan een groepsvoorschrift opstellen voor een samenwerkingsverband tussen gezondheidszorgbeoefenaars. Bedoeld groepsvoorschrift houdt een delegatie van bevoegdheden in voor de gezondheidszorgbeoefenaars van het samenwerkingsverband. De gezondheidszorgbeoefenaars van het samenwerkingsverband beslissen na overleg met de patiënt en de voorschrijvende klinisch psycholoog, in onderling overleg over de uitvoering van het groepsvoorschrift. De coördinatie van de uitvoering van het groepsvoorschrift gebeurt door een gezondheidszorgbeoefenaar van het samenwerkingsverband. Tijdens de uitvoering van het groepsvoorschrift wordt er op regelmatige basis teruggekoppeld naar de patiënt en de voorschrijvende klinisch psycholoog. De uitvoering van het groepsvoorschrift wordt gedocumenteerd in het patiëntendossier.

Via Koninklijk Besluiten zouden er nog nadere regels bepaald kunnen worden met betrekking tot de inhoud en de modaliteiten van het voorschrijven zoals hierboven bedoeld. Er kunnen ook bijkomende voorwaarden vastgelegd worden waaraan de voorschriften in ambulante en extramurale omgeving moeten voldoen. Er kan eveneens de inhoud en de nadere regels van het voorschrijven bepalen met het oog op de erkenning in België van voorschriften uitgevaardigd door voorschrijvers gevestigd in het buitenland.

In het kader van de digitalisering van de zorg wordt er volop uitgerold naar een elektronisch voorschrift. De toepassing van deze bepaling zal rekening houden met de uitrol van het verplicht elektronisch voorschrijven (nu nog niet aan de orde voor klinisch psychologen).

 

Praktijkinformatie

De klinisch psycholoog mag praktijkinformatie aan het publiek kenbaar maken. Onder praktijkinformatie wordt verstaan iedere vorm van mededeling die rechtstreeks en specifiek, ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of aangewende technieken, tot doel heeft een gezondheidszorgbeoefenaar te laten kennen of informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk.

De klinisch psycholoog mag praktijkinformatie enkel aan het publiek kenbaar maken mits de hierna volgende voorwaarden worden nageleefd:

  • de praktijkinformatie moet waarheidsgetrouw, objectief, relevant en verifieerbaar zijn en ze moet wetenschappelijk onderbouwd zijn;
  • de praktijkinformatie mag niet aanzetten tot overbodige onderzoeken of behandelingen noch mag ze de ronseling van patiënten tot doel hebben.
  • De praktijkinformatie vermeldt de bijzondere beroepstitel(s) waarover de gezondheidszorgbeoefenaar beschikt. Deze bepaling sluit niet uit dat de gezondheidszorgbeoefenaar ook kan informeren over bepaalde opleidingen waarvoor geen bijzondere beroepstitel bestaat.

 

Structuur en organisatie van de praktijkvoering

Er kan vanaf nu via Koninklijk Besluit nadere regels bepaald worden met betrekking tot de structuur en organisatie van de praktijk van de klinisch psycholoog en van samenwerkingsverbanden tussen gezondheidszorgbeoefenaars, bijvoorbeeld een multidisciplinaire groepspraktijk. Daarbij kunnen de gezondheidszorgbeoefenaars aangeduid worden die deel uitmaken van het bedoelde samenwerkingsverband. Deze regels worden bepaald na advies van de federale adviesraden opgericht in het kader van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van gezondheidszorgberoepen, die gezondheidszorgbeoefenaars vertegenwoordigen waarop de nadere regels van toepassing zullen zijn.

Deze regels kunnen onder meer betrekking hebben op het patiëntendossier, de continuïteit en permanentie van de praktijkvoering, de rolomschrijving van de individuele gezondheidszorgbeoefenaars, de samenwerking tussen gezondheidszorgbeoefenaars al dan niet binnen een samenwerkingsverband en de voorwaarden inzake omkadering die toelaten om gezondheidszorg op een kwalitatief hoogstaand niveau te verstrekken. Deze regels hebben geen betrekking op het stellen van de diagnose, de keuze, het instellen en de uitvoering van de behandeling.

 

Toezicht Provinciaal Geneeskundige Commissies

In afwachting van hun hervorming naar de toekomstige Toezichtscommissie krijgen de Provinciaal Geneeskundige commissies wel de opdracht om toe te zien op de uitvoering van deze bepalingen door de verschillende gezondheidszorgbeoefenaars. In het ergste geval kunnen de Provinciale Geneeskundige Commissies het visum intrekken. 

 

Naar ons dossier over de kwaliteitswet