De wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg is grotendeels in werking getreden op 1 januari 2022. Een aantal bepalingen, waaronder de bepalingen vervat in Afdeling 12 die betrekking hebben op de toegang tot gezondheidsgegevens (met name de artikelen 36 tem 40), moeten evenwel nog in werking treden. De Psychologencommissie heeft enige bezorgdheid geuit met betrekking tot deze bepalingen en suggereert een aantal oplossingen. Hier volgen de belangrijkste punten.
Ten eerste wordt er gewezen op de onduidelijkheid of er een expliciete dan wel een impliciete toestemming van de patiënt vereist is. Om het beroepsgeheim te beschermen en de rechtszekerheid te garanderen wordt er gevraagd dat er bij uitvoeringsbesluit duidelijk wordt gestipuleerd dat het steeds om een uitdrukkelijke toestemming moet gaan. Er worden nog een aantal suggesties gedaan om transparantie en dialoog te bevorderen om de vertrouwensband met de patiënt ten volle te waarborgen. In het licht hiervan wordt gesuggereerd om de toestemming te koppelen aan de zorgvraag, waardoor deze in de tijd beperkt is. Verder wordt gewezen op het belang de bedrijfsgeneeskunde, de verzekeringsgeneeskunde en de controlegeneeskunde bij koninklijk besluit te allen tijde uit te sluiten van toegang tot de gezondheidsgegevens van patiënten.
Ten tweede is de Psychologencommissie van mening dat de wet onvoldoende rekening houdt met het bijzondere karakter van de geestelijke gezondheidszorg en de klinisch psycholoog niet voldoende ruimte laat om in het zorglandschap diens professionele identiteit te doen eerbiedigen. Er wordt gewezen op het feit dat het binnen de GGZ vaak om intieme of heel gevoelige informatie gaat, toch minder dan binnen de somatische gezondheidszorg. Om de kwaliteit van de zorg te garanderen is het systematisch delen van gezondheidsgegevens binnen de GGZ in minder gevallen noodzakelijk dan in de somatische gezondheidszorg. Er wordt gevraagd te overwegen om in bepaalde gevallen de klinisch psychologen uit te sluiten van het toepassingsgebied van Afdeling 12. Dit betekent niet dat klinisch psychologen geen gegevens meer zouden kunnen delen. Het laat de klinisch psycholoog wel toe om geval per geval te oordelen welke informatie wordt gedeeld, en dit in volle transparantie en dialoog met de patiënt.
Wij juichen toe dat de Psychologencommissie zich duidelijk opstelt als het orgaan dat instaat voor de bewaking van de deontologie van alle psychologen. Ook betreffend het elektronische patiëntendossier vinden wij het noodzakelijk dat hun advies gehoord wordt.
Bekijk ons dossier betreffende de Wet op de kwaliteitsvolle praktijkvoering