Kaat Bollen geeft haar titel van “psycholoog” af.. Zowel psychologen als niet-psychologen worden geraakt door de beslissing van de Psychologencommissie om mevrouw Bollen, ook in beroep te veroordelen omwille van onder meer het schenden van de waardigheid van het beroep en het toebrengen van imagoschade aan haar collega's.


Enige duiding hieromtrent van alle betrokken partijen zal ons allen later een objectiever beeld geven. Desalniettemin staat de sociale media vol van verontwaardiging. Op dit moment zeer begrijpelijk.


Immers:
Vanuit onze basisopleiding krijgen we al mee dat om een goede psycholoog te zijn, we een open, niet-veroordelende houding in combinatie met een therapeutische neutraliteit dienen te hanteren. We leren om steeds empathisch, accepterend en authentiek te zijn in therapeutische relaties. We leren ook dat we ons niet moeten laten leiden door stereotypen en vooroordelen. Elke persoon is uniek. We accepteren de cliënt/patiënt zoals deze is, maar veroordelen wel onze collega’s als zij uiting geven aan diversiteit? Vreemd! 

Dit verhaal doet ons - klinisch psychologen - stilstaan bij de scheiding van ons persoonlijk en professioneel handelen. Het is duidelijk dat men in elk professioneel kader aan bepaalde gedragsvoorschriften dient te voldoen. Het feit dat ons niet - professioneel handelen in de publieke ruimte ook gelinkt kan worden met onze professionele identiteit stellen we hier niet in vraag. Waar we wel ons hoofd over breken is welk gedrag in de privé – sfeer er toe zou leiden dat de waardigheid van ons beroep  ondermijnd zou worden of sterker, er imagoschade zou toegebracht worden aan de collega’s. In het bijzonder wanneer dat gedrag gerelateerd is aan de nood tot zelfexpressie en het ervaren van diens identiteit.
Wat betekent het als we de vakkundigheid en expertise van collega’s in vraag gaan stellen op basis van het gedrag dat ze stellen in hun vrije tijd? Worden we door de titel ‘psycholoog’ te dragen, gedwongen om - zolang onze inschrijving bij de Psychologencommissie geldt- 24u op 24u, 7 dagen op 7 op te treden in hoedanigheid van psycholoog? En wat betekent het om "psycholoogwaardig" gedrag te stellen? Wie beslist over wat dat wel en niet is? 

Het bedreigende aan deze klacht en uitspraak is de boodschap die hiermee gegeven wordt, namelijk dat zelfexpressie enkel kan zolang het voldoet aan ‘binnen de lijntjes kleuren’ wanneer je een bepaald carrière pad wenst te bewandelen. 
Wanneer je op professioneel vlak veroordeeld kan worden voor wat je in je vrije tijd doet, dan wil dit zeggen dat onze vrijetijdsbesteding en ons privéleven gereguleerd worden door het professionele kader waartoe we behoren. Dan wil dit ook zeggen dat er verwacht wordt dat we ons ontspannen of onze identiteit beleven op een manier die geacht wordt "psycholoogwaardig" te zijn Maar wat is psycholoogwaardig? Als een vrouwelijke collega zichzelf uit als “sexy”, een rolmodel wenst te zijn voor seksualiteitsbeleving, is dit dan “psycholoog – onwaardig”? 

Wanneer zelfexpressie aan banden gelegd wordt, dan bemoeilijkt dit niet alleen onze eigen professionele en persoonlijke groei, maar ook onze authenticiteit in ons werk als psycholoog. Hoe kunnen we op een deontologische manier aan de slag met cliënten en patiënten die worstelen met het in overeenstemming brengen van mogelijks conflicterende professionele en persoonlijke attitudes en deelidentiteiten wanneer we er niet in slagen om een open en niet-veroordelende houding te hanteren naar onze collega’s toe? Wat betekenen de woorden die we gebruiken wanneer we cliënten en patiënten begeleiden in hun proces om hun identiteit tot uiting te brengen op diverse manieren in verschillende contexten ondanks dat deze afwijken van de voorschreven maatschappelijke normen dan nog? 


Als psycholoog weten we als geen ander, dat het psychisch welzijn van mensen beïnvloed wordt door de mate waarin de innerlijke wereld in overeenstemming gebracht kan worden met hoe men zich ook uiterlijk kan vertonen. Bovendien weten we ook dat dit welzijn samenhangt met de mogelijkheden om onszelf uit te drukken en te ontwikkelen in een veilige omgeving. Identiteits- en rolconflicten worden gelinkt aan een verhoogde mate van stress en een lagere tevredenheid over het leven. Wanneer we ons steeds moeten afvragen wat het oordeel van collega’s en cliënten/patiënten zou kunnen zijn wanneer we onszelf uitdrukken, dan induceren we uiteindelijk sociale angst en interne conflicten bij onszelf. Indien “de goede naam van de psycholoog” op deze manier bewaakt moet worden, gaat dit dan niet ten koste van het psychisch welzijn van de psycholoog zelf? 
 

Lotte De Schrijver
Uittredend voorzitster VVKP
Bestuurslid VVKP
Lid divisie diversiteit
Klinisch psychologe - seksuologe

Naar het persbericht van de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen