We weten niet wat ziekte is – wat helemaal niet zo erg is

Andreas De Block, Michiel Poorthuis

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 2019, 49(1), 58-70 |

Wie argumenteert tegen medicalisering, wil graag laten zien dat de gemedicaliseerde condities ten
onrechte als ziekte worden bestempeld. Deze critici menen dat die condities ‘eigenlijk’ normaal zijn.
De vraag is echter of we ‘normaal’ wel zo eenduidig van ‘ziek’ kunnen onderscheiden. De resultaten
van de filosofische methode die gewoonlijk ingezet wordt om te bepalen wat ‘ziekte’ is, de
zogenaamde conceptuele analyse, laten zien dat dit niet vanzelfsprekend is. Van grensgevallen kan
moeilijk bepaald worden of er al dan niet sprake is van een ziekte en het zijn precies de grensgevallen
die veelal centraal staan in de discussie rondom medicalisering. We laten zien dat deze vaststelling
niet consequent doordacht wordt door critici van medicalisering. Onze vaststelling impliceert
geenszins dat de medicalisering onproblematisch is, maar het betekent wel dat de critici van die
medicalisering vaak onjuiste filosofische aannames als uitgangspunt nemen.


Trefwoorden: medicalisering, conceptuele analyse, DSM, stoornis