Artikel in de kijker

Romantiek en seksualiteit in (psycho)therapeutische relaties

Lara Vesentini, johan Bilsen

Inleiding:

Romantische en seksuele gevoelens voor iemand ervaren is heel menselijk. Uiteraard kunnen ook therapeuten dit soort gevoelens ontwikkelen voor een cliënt – en het omgekeerde kan natuurlijk eveneens gebeuren. In de loop van de vele therapiesessies ontstaat er immers een vertrouwensband, en vaak worden er gevoelige en intieme zaken besproken. Deze vertrouwelijkheid en intimiteit kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van romantische en seksuele gevoelens (Barnett, 2014; Luca, 2014). In de psychotherapeutische context wordt in dit soort situaties soms gesproken van tegenoverdracht. Dergelijke gevoelens worden dan gezien als een – meestal onbewuste – reactie van de therapeut op basis van eigen onopgeloste problemen (Hayes et al., 2018). Om op een adequate manier met deze gevoelens om te gaan, wordt het erkennen van deze gevoelens en hierover reflecteren met ondersteuning van collega’s of supervisors als essentieel gezien. Wanneer men bijvoorbeeld kan ontdekken wat deze gevoelens betekenen en waar ze vandaan komen, kunnen deze inzichten bijdragen tot een goede therapeutische relatie (Cartwright et al., 2021; Hayes et al., 2018). Gebeurt dit niet, dan bestaat het gevaar dat de therapeut niet adequaat of foutief handelt, met mogelijke negatieve gevolgen voor de cliënt. Geschat wordt dat 75 tot 90% van de cliënten na een seksuele relatie met hun therapeut schade heeft opgelopen (Aviv et al., 2006; Bouhoutsos et al., 1983; Pope & Vetter, 1991). Het kan bij de cliënt leiden tot ambivalentie, cognitieve disfunctie, emotionele labiliteit, gevoelens van leegheid en isolatie, verminderd vermogen om iemand te vertrouwen, schuldgevoelens, verhoogd risico op zelfdoding, enzovoort (Pope, 1988). In deze bijdrage presenteren we prevalentiecijfers van romantische en seksuele gevoelens van therapeuten voor cliënten, evenals van seksuele relaties met cliënten. We beschrijven hoe therapeuten staan tegenover dergelijke gevoelens en informele gedragingen, wat voor impact het ervaren van dit soort gevoelens heeft op de therapeut, en in welke mate dit onderwerp aan bod komt in de psychotherapieopleidingen. Hierbij vergelijken we, waar mogelijk, resultaten uit recent Vlaams onderzoek met resultaten uit internationale studies. We besluiten met enkele aanbevelingen voor de klinische praktijk