Tuchtrecht voor psychologen in België

Koen Korevaar

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 2013, 43(3), 156-163 |

In Nederland kunnen cliënten bij de tuchtcolleges voor de gezondheidszorg een klacht indienen
tegen een wettelijk geregistreerde psycholoog. In het jaarverslag van 2012 meldden
de Regionale Tuchtcolleges dat zij 72 klachten afhandelden tegen dragers van de titel ‘gezondheidszorgpsycholoog’
en 28 tegen psychotherapeuten (Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg,
2013). Uit het jaarverslag blijkt dat 14% van alle klachten tegen wettelijk geregistreerde
hulpverleners gegrond is. Als dat percentage ook voor psychologen geldt, leidt dat
tot de schatting dat er gemiddeld elke maand een gegronde klacht tegen een psycholoog
wordt ingediend. In deze gevallen heeft de hulpverlener wettelijke en ethische normen in de
gezondheidszorg overtreden.
Tot voor kort was er in België geen tuchtrecht voor psychologen. Toch is het aannemelijk
dat hier evenveel psychologen deontologisch over de schreef gaan als in Nederland. Wat gebeurt
er in België met die ‘gemiddeld één gegronde klacht per maand’? Voor het tuchtrecht
er kwam: weinig tot niets. Een cliënt die ontevreden was over zijn behandeling, zich niet
gehoord voelde of vond dat het beroepsgeheim was geschonden, kon slechts naar de rechter
stappen, maar in de praktijk worden psychologen nauwelijks om deze zaken veroordeeld.
Die mogelijkheid komt er nu wel. Dat is een stap vooruit in de professionalisering van de
psychologie in België. Dit artikel beschrijft de voor- en nadelen van dat tuchtrecht, de consequenties
op het beroepsmatig functioneren, en het type klachten dat de tuchtcommissie kan
verwachten, uitgaande van internationale cijfers.