Doorverwijzing van kinderen met een migratieachtergrond naar de geestelijke gezondheidszorg: ervaringen van ouders en verwijzers

Julia Villanueva O’Driscoll

De geestelijke gezondheidszorg (ggz) is minder toegankelijk voor kinderen met een migratieachtergrond.
Ze zijn ondervertegenwoordigd in de ggz ondanks de complexe problematieken waarmee
ze soms worstelen. In deze bijdrage exploreren we de doorverwijzing van kinderen met een
migratieachtergrond naar de ggz. Tien ouderparen en vier zorgverleners die regelmatig kinderen
doorverwijzen naar de ggz werden geïnterviewd. De interviews werden met de interpretatieve fenomenologische
methode geanalyseerd. Voor de ouders waren de belangrijkste thema’s: betekenisgeving
van psychologische problemen, de oplossingsstrategieën die ze hanteren en hun kijk op
de hulpverlening. Zowel ouders als zorgverleners stuiten op drempels. Zorgverleners reikten ook
strategieën aan om de hulp toegankelijker te maken voor deze populatie. Deze inzichten kunnen
bijdragen aan het dichten van de kloof tussen de behoeften van kinderen en hun gezinnen en het
hulpverleningsaanbod, waardoor tevens de ontwikkelingskansen van deze kinderen bevorderd
kunnen worden.

Trefwoorden: geestelijke gezondheidszorg, migratie, kinderen met een migratieachtergrond,
doorverwijzing

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2019, 49(3), 210-226

Hier leest u het volledige artikel

Cultuurfair psychodiagnostisch handelen: een conditio sine qua non, maar geen vanzelfsprekendheid

Ivo Bernaerts, Caroline Dejonghe

SAMENVATTING:

Door allerlei vormen van migratie wordt niet alleen onze maatschappij meer divers, ook de cliëntenpopulatie
binnen de geestelijke gezondheidszorg bestaat in toenemende mate uit mensen met
een migratieachtergrond. Bij de start van het diagnostisch traject ziet de psychodiagnosticus zich
onmiddellijk voor enkele uitdagingen geplaatst. Elk psychodiagnostisch proces is immers onderhevig
aan verschillende vormen van bias die de betrouwbaarheid en validiteit van de bekomen resultaten
negatief kunnen beïnvloeden. In dit artikel beschrijven we de hindernissen waarmee de
psychodiagnosticus geconfronteerd kan worden en reiken we enkele handvatten aan die houvast
kunnen bieden tijdens het psychodiagnostisch proces bij kinderen en volwassenen met een migratieachtergrond.

Trefwoorden: psychodiagnostiek, cultuurfair, vertekening, cultuursensitiviteit, testinstrumentarium

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2019, 49(3), 227-242

Hier leest u het volledige artikel

Therapie in vele talen

Chris Noorduin, Redouane Ben Driss, Bart Van Hoof

In de geglobaliseerde wereld waarin wij leven kruisen verschillende talen, culturen en bevolkingsgroepen elkaar alsmaar meer. In contacten wordt het verschil vaker regel en steeds minder uitzondering. Diversiteit is de norm. Ook in de therapiekamer laat deze ontwikkeling zich voelen. Als therapeut worden we meer en meer geconfronteerd met iemand wiens leven geworteld is in andere aarde dan de onze, zij het cultureel, ideologisch, religieus, sociaal maatschappelijk, demografisch en/of taalkundig.

Wij zijn het idee genegen dat we ons hierover mogen verwonderen én verblijden. Soms hangen mensen posters van exotische stranden of hagelwitte gletsjers op aan de muren van hun wachtkamers of werkruimtes, ze laten de wereld binnen en komen op deze manier tegemoet aan een behoefte om hun innerlijke wereld te verruimen en te verrijken. Als therapeuten luisteren wij naar verhalen over verre werelden in vreemde klanken. Het vermoeden is dat dit tegemoetkomt aan een gelijkaardige behoefte, een persoonlijke behoefte tot exploratie van vreemde werelden en verre talen.

Het ‘vreemde’ daagt ons uit en confronteert ons tegelijkertijd met moeilijkheden en vraagtekens. In Tractatus Logico-Philosophicus schrijft Ludwig Wittgenstein (1921/1989): ‘De grenzen van mijn taal betekenen de grenzen van mijn wereld.’ Een intrigerende uitspraak. Maar wat als de therapie zich afspeelt buiten de grenzen van mijn taal, mijn wereld? Spreken we hier dan over een onmogelijkheid, een ondenkbare arbeid? Of kunnen we als therapeuten toch voorbij deze grens op verkenning gaan in die vreemde wereld? In deze bijdrage staan we stil bij de vraag: hoe kunnen we werken en spreken, binnen de talige wereld die psychotherapie toch wel is, met cliënten die een andere taal spreken dan de onze? En, hoe werken we hierbij samen met intercultureel bemiddelaars?

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2019, 49(3), 173-182

Hier leest u het volledige artikel

It's culture, but not as we know it: cultuursensitieve zorg in tijden van superdiversiteit

Stefaan Plysier

Inleiding:

De taak van geestelijke gezondheidswerkers is altijd complex geweest. De oplossingen die voor patiënt A optimaal werken, blijken bij patiënt B, met ogenschijnlijk dezelfde problematiek, helemaal niet te werken. Sociale leefomstandigheden, financiën, persoonlijkheidskenmerken enzovoort, het zijn allemaal factoren die van elke patiënt een uniek geval maken. Als hulpverlener leren we, vaak met vallen en opstaan, met deze veelheid aan factoren om te gaan. Het maakt ons tot een betere hulpverlener die in staat is oplossingen te bieden op maat van de patiënt. De cultuur van de patiënt wordt vaak als een van de vele factoren gezien die van invloed is op onze manier van hulpverlenen. Alleen: cultuur blijkt voor veel hulpverleners vaak aanleiding te zijn tot buitenproportionele aarzeling en onmacht. Ben ik wel voldoende op de hoogte van de cultuur van mijn patiënt? Begrijpt mijn patiënt wel waar ik met hem naar toe wil? Ben ik met mijn tools als hulpverlener wel voldoende in staat om iemand uit een andere cultuur te helpen? Het zijn vragen die de angst van de hulpverleners verwoorden of waardoor hulpverleners zelfs afhaken. In deze bijdrage wil ik nader ingaan op de plaats die we cultuur in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) kunnen geven en wat we er al dan niet mee kunnen doen.

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2019, 49(3), 183-190

Hier leest u het volledige artikel

Cultuursensitiviteit en diversiteit in de opleidingen: wie is er vandaag klaar voor?

Elke Thiers

Inleiding:

Toen ik in de jaren 1990 tijdens mijn laatste jaar klinische psychologie mijn stage in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg (cgg) afrondde, stimuleerde mijn stagebegeleidster mij om een psychotherapeutische opleiding te gaan volgen. Mijn interesse in de interculturele aspecten van de geestelijke gezondheidszorg was toen reeds gewekt en dus vroeg ik tijdens een informatiebijeenkomst in hoeverre de kaders en werkvormen die in de opleiding aangereikt werden ook buiten België bruikbaar waren. “Zeker tot in Nederland”, was het antwoord dat mij toen niet kon overtuigen om voor die opleiding te kiezen. Ik besloot om mijn interculturele vaardigheden via het werken met migrantenkinderen in Brussel te ontwikkelen. Vervolgens vormden gedurende twee jaar de sloppenwijken van de Keniaanse hoofdstad Nairobi mijn praktijkschool. Ik begeleidde een team dat werkte met straatjongens en ik werkte met kansarme meisjes die wegens zwangerschap niet langer welkom waren in hun familie en ook niet meer terechtkonden in hun school. De bewustwording van mijn eigen identiteit en anders-zijn, de ontdekking van mijn waarden en normen en die van de ander en de uitwisseling hierover, evenals het openstaan voor nieuwe ontmoetingen en ervaringen vormden de basis voor mijn intercultureel leren, dat in zo’n context dagelijks plaatsvindt en mij tot op heden beïnvloedt.

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2019, 49(3), 191-201

Hier leest u het volledige artikel

Onderzoek via concept mapping naar de ondersteuningsbehoeften van Vlaamse pleegouders die niet-begeleide buitenlandse minderjarige vluchtelingen opvangen

Frank Van Holen, Johan Vanderfaeillie

Samenvatting van:
Van Holen, F., Trogh, L., West, D., Meys, N., & Vanderfaeillie, J. (2019). Concept mapping the needs of
Flemish nonkinship foster parents who care for unaccompanied refugee minors. Children and Youth
Services Review, 96, 84-92. https://doi.org/10.1016/j.childyouth.2018.11.043

Het aantal niet-begeleide buitenlandse minderjarige vluchtelingen – hierna afgekort tot
‘vluchteling(en)’ – dat wordt opgevangen in een pleeggezin, neemt toe. In 2017 werd 17%
van de vluchtelingen geplaatst in pleegzorg, waarvan 78% in een gezin uit hun netwerk
met een gelijkaardige culturele achtergrond en 22% in een Vlaams gezin. Het betreft een
zeer kwetsbare groep minderjarigen die in meerdere opzichten verschilt van ‘reguliere’
pleegkinderen. Dit artikel beschrijft een onderzoek naar de ondersteuningsbehoeften van
Vlaamse pleegouders die een vluchteling opvangen.

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2019, 49(3), 203-205

Hier leest u het volledige artikel

Een metafoor voor interculturele competentie

Lenny Trogh

Cultuursensitief werken vraagt de complexe vaardigheid om de ander te ontmoeten in verbinding, eerder dan in het verschil. Deze vaardigheid wordt vaak omschreven als ‘interculturele competentie’: adequate hulp en zorg kunnen verlenen aan cliënten met een andere etnische of culturele achtergrond (Kramer, geciteerd in Jesserun & Warring, 2018)...

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2019, 49(3), 206-209

Hier leest u het volledige artikel