Internationale adoptie van een kind met specifieke ondersteuningsbehoeften: naar een onderbouwde en gedeelde definitie van ‘special needs’-adoptie

Nicole Vliegen, Eileen Tang, Stefanie Hesemans, Ann Desmet

SAMENVATTING
Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt in de Verenigde Staten de term special
needs adoption gebruikt. Het fenomeen ‘special needs’-adoptie ontstond echter
al eerder (Rosenthal, 1993) en neemt de laatste jaren enorm toe. Ook in Vlaanderen
is het een fenomeen dat in toenemende mate aandacht vraagt. In deze bijdrage
beschrijven we de factoren die een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van het fenomeen
‘special needs’-adoptie. We lichten vervolgens toe hoe de werkgroep ‘Adoptie
van kinderen met Special Needs’ in het kader van de Staten-Generaal Interlandelijke
Adoptie van 2010 op basis van een literatuurstudie1 is gekomen tot een onderbouwde
en breed gedeelde definitie voor de Vlaamse adoptiecontext. Daarna gaan we dieper
in op de vijf domeinen van ‘specifieke ondersteuningsbehoeften’ die bij een geadopteerd
kind kunnen voorkomen: geadopteerd worden op oudere leeftijd, geadopteerd
worden samen met een sibling, het hebben van gedrags- en/of emotionele problemen,
het hebben van ontwikkelingsproblemen en het hebben van lichamelijke of medische
problemen; we staan stil bij wat dat vervolgens betekent voor de adoptie. Tot slot
openen we de discussie over enkele relevante thema’s die met deze materie verband
houden.

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2016, 46(1), 41-52

Hier leest u het volledige artikel

Onderzoek naar de relatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en autismespectrumstoornissen

Kathleen Michiels, Nele Van Geit, Christiaan Schotte

SAMENVATTING
Achtergrond: De relatie tussen autismespectrumstoornissen (ASS) en persoonlijkheidsstoornissen
is onduidelijk. De huidige studie heeft als doel de aanwezigheid van
maladaptieve persoonlijkheidstrekken bij mannen met een ASS te onderzoeken en die
te vergelijken met een psychiatrische en een niet-klinische Vlaamse controlegroep.
Methode: Individuen gediagnosticeerd met een ASS werden gescreend op de aanwezigheid
van DSM-5-persoonlijkheidsstoornissen aan de hand van de Assessment of
DSM-IV Personality Disorders (ADP-IV)-vragenlijst. De ernst van autistische trekken
werd beoordeeld aan de hand van de Autism Spectrum Quotiënt (AQ)-vragenlijst.
Resultaten: De prevalentie van persoonlijkheidsstoornissen bedraagt 63,64% in de
ASS-groep, 60% in de psychiatrische groep en 23,63% in de Vlaamse controlegroep.
De belangrijkste verschillen die tussen de psychiatrische en de ASS-groep worden gevonden,
betreffen de schizoïde, de vermijdende en de dwangmatige persoonlijkheidsstoornis.
Conclusie: Hoewel er een belangrijke overlap is in de symptomatologie tussen ASS en
persoonlijkheidsstoornissen, worden de bevindingen genuanceerd en implicaties voor
diagnostiek en behandeling besproken.

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2016, 46(1), 53-65 

Hier leest u het volledige artikel

De psycholoog tussen cliënt en externe opdrachtgever

Koen Korevaar

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2016, 46(1), 4-11

Hier leest u het volledige artikel

Geweld in paren: werken met de 'veiligheidslandkaart'

Mieke Faes

Het werken met ‘veiligheidslandkaarten’ is ontwikkeld binnen de therapeutische praktijk
met paren die af en toe ‘overvallen ‘ worden door situaties die uit de hand lopen of paren die
bang zijn dat dit hun kan overkomen. De methodiek kan ook preventief worden ingezet bij
paren met veel ruzie en escalerende negatieve spiralen van communicatie, op zoek naar meer
verbondenheid en samenhorigheid.
De methodiek situeert zich binnen de narratieve partnerrelatietherapie, waarbij de therapeut
samen met het paar op zoek gaat naar een ritme van spreken en luisteren, waardoor ruimte
ontstaat om visies naast elkaar te plaatsen (Faes, 2014; Freedman & Combs, 2002; 2008;
Ziegler & Hiller, 2001). De therapeut focust hierbij op het creëren van een dialoog met het
paar, waarbij de partners zich inspannen om met elkaar te spreken in plaats van tegen elkaar
(Anderson, 1997; 2012). Hierdoor ontstaan alternatieve verhaallijnen en kansen om moeilijkheden
anders aan te pakken.

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2016, 46(1), 12-17

Hier leest u het volledige artikel

Zorgtraject persoonlijkheidsstoornissen Noord-West-Vlaanderen: de ontwikkeling van een netwerk voor de behandeling van mensen met een persoonlijkheidsstoornis

Fanny Dumarey, Hilde Vanderheyden, Karen Debruyne

Gedurende de twee voorbije decennia vond er in de behandeling van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis een grote kentering plaats. Waar eerst machteloosheid van de hulpverlening
en onveranderbaarheid van de patiënt centraal stonden, evolueerde dat dankzij het
werk van onder meer Linehan en Young naar een hoopvolle blik op verandering en behandelmogelijkheden.
De ontwikkeling van deze theoretische modellen ging hand in hand met effectiviteitsonderzoek
dat aantoonde dat de klachten verminderen, het functioneren verbetert
en de diagnose persoonlijkheidsstoornis soms niet langer van toepassing is.
Die modellen binnen ambulante en residentiële behandelprogramma’s vormgeven is al een uitdaging
op zich. Daarnaast is er echter grote nood aan coördinatie van de zorg. Patiënten moeten
een beroep kunnen doen op zowel residentiële hulpverlening (onder andere tijdens een crisis)
als ambulante zorg (om transfer van verandering en groei naar het dagelijkse leven te bevorderen).
Bovendien is er bij deze populatie vaak discontinuïteit in de zorg door gebrek aan therapietrouw,
crisisopnames in telkens andere settings en afgebroken contacten met de hulpverlening.
Het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) Noord-West-Vlaanderen en het Psychiatrisch
Ziekenhuis (PZ) Onze-Lieve-Vrouw Brugge namen in 2010 het initiatief om samen een
zorgtraject persoonlijkheidsstoornissen uit te bouwen binnen de regio Noord-West-Vlaanderen.
Het hoofddoel was het vergroten van de continuïteit van behandeling voor die doelgroep.
Dit artikel beschrijft de belangrijkste principes en de vormgeving van dat zorgtraject.

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2016, 46(1), 19-29

Hier leest u het volledige artikel

Een digitaal platform voor de neuropsychologische testpraktijk: ww.howtotest.be

Miet Craeynest, Kathleen Omey

Referentie: Tijdschrift Klinische Psychologie, 2016, 46(1), 31-40

Hier leest u het volledige artikel