Suïcidepreventie bij studenten in het hoger onderwijs

Peter Vonk, Claudia Van der Heijde

Tijdschrift Klinische Psychologie, 51(2), 116-123

De laatste jaren vinden er in Nederland jaarlijks meer dan 1800 suïcides plaats (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2019). Het aantal pogingen die niet tot de dood leiden, is daar een veelvoud van. Veelal is een suïcide een sluitstuk van een periode met angst en depressie of diepe eenzaamheid. De zin om te leven is er dan niet meer. Een poging tot suïcide en zeker een met fatale afloop heeft een grote impact op de nabestaanden, zoals de familie, eventuele partner en andere naasten. In het hoger onderwijs zien we dat dit een grote impact heeft op medestudenten, klasgenoten en medewerkers van de instelling (Kõlves, Ross, Hawgood, Spence, & De Leo, 2017). Al langer is bekend dat het met studenten in het hoger onderwijs af en toe niet goed gaat. Bij vragenlijstonderzoek worden, bij opeenvolgende jaargangen studenten, gevoelens van angst en depressie gerapporteerd (Van der Heijde, Vonk, & Meijman, 2011; 2012; 2014; 2016). Middelengebruik, zoals het met regelmaat gebruiken van tabak, drugs en alcohol, is een bijkomend probleem (Tavolacci et al., 2019). Suïcide blijft een groot probleem onder studenten. In hun leeftijdsgroep is de dood door zelfmoord de op één na belangrijkste doodsoorzaak (Volksgezondheidenzorg.info, 2019) en de gegevens over zelfmoordpogingen en zelfmoordgedachten onder studenten zijn verontrustend (Kleinjan, 2018). De levensfase van studenten, die het losmaken van het ouderlijke huis en de identiteitsontwikkeling behelst, wordt geacht ten grondslag te liggen aan het hoge suïciderisico dat studenten lopen (Van der Heijde, Vonk, & Meijman, 2015). De laatste jaren is dat nog versterkt door toenemende prestatiedruk, studieduurverkorting en zaken als fear of missing out (fomo) (Van der Heijde, 2019; Van Rijn, 2018), mede verscherpt door social media. Bovendien vertonen studenten een beperkt hulpzoekgedrag wanneer ze kampen met mentale problemen, ook wel ‘stille pijn’ genoemd (Vermeer, 2019; Verouden, Vonk, & Meijman, 2010a; 2010b). 117 Suïcidepreventie bij studenten in het hoger onderwijs In deze bijdrage rapporteren wij over het onderzoek dat de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden bij de studentengezondheidszorg van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en Hogeschool van Amsterdam (HvA) en het daaruit voortgekomen suïcidepreventieprotocol. Zo zijn er meer cijfers bekend over suïcidaal gedrag bij de doelgroep studenten in het hoger onderwijs via de door ons ontwikkelde Studentengezondheidstest, die op jaarlijkse basis beschikbaar is voor UvA- en HvA-studenten. We deden ook onderzoek naar risicofactoren van suïcide bij studenten, en in het kader van preventie werd kwalitatief onderzoek verricht naar factoren die van belang zijn om studenten met een suïciderisico op te sporen binnen een onderwijscontext door interviews met onderwijssleutelfiguren, zoals studiebegeleiders, reguliere docenten, studieadviseurs, tutoren en studentendecanen. Tevens werd er gekeken naar de stappen die noodzakelijk zijn om studenten te helpen, wat heeft geleid tot een suïcidepreventieprotocol dat voor alle onderwijssleutelfiguren aan de UvA, HvA en andere onderwijsinstellingen in Nederland beschikbaar is.