De tweede golf van besmettingen eist zijn motivationele tol. De coronamoeheid sluipt er bij veel burgers in. Extra inspanningen zijn dringend nodig. In dit rapport geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de recente bevragingen, bepleiten we een interdisciplinaire aanpak, en bieden we een reeks aanbevelingen (do’s en don’ts) van motiverende communicatie en beleid.
Vaststelling 1: De vrijwillige motivatie daalt fors, terwijl de 'moet' - ivatie en de demotivatie stijgen
De Universiteit Gent, onder leiding van prof. Maarten Vansteenkiste, volgt sinds de start van de Coronacrisis de bereidheid van de bevolking op om de maatregelen na te leven. Ze doen dit via de Motivatie - barometer. Men gaat na of mensen zich kunnen vinden in de maatregelen omdat ze deze als betekenisvol en noodzakelijk vinden (vrijwillige motivatie) dan wel of ze zich verplicht voelen om deze na te leven, om bv. kritiek van anderen of een boete te vermijden ('moet' - ivatie). Daarnaast wordt ook de demotivatie van burgers gemeten.
De meest recente barometer (week van 12 augustus) toont aan dat de vrijwillige motivatie sterk is afgenomen. Waar bij de start van de Corona - crisis 81 % van de bevraagden ten volle achter de maatregelen stonden, is dit nu nog maar 35 %. Dat is dramatisch, want het is net die vrijwillige motivatie die zo'n belangrijke motor is van duurzame gedragsverandering. Tegelijkertijd neemt de 'moet' - ivatie en de demotivatie toe, in alle leeftijdsgroepen, maar in het bijzonder bij de jongvolwassenen.
Vaststelling 2: Deze trends naar demotivatie blijken in het bijzonder voor de mondmaskerplicht en het beperken van sociale contacten
De Motivatie - barometer peilt ook specifiek naar drie aparte maatregelen: het bewaren van fysieke afstand, het beperken van sociale contacten en het dragen van mondmaskers. Vooral voor die laatste 2 daalt de vrijwillige motivatie. Meer nog, mensen geven aan dat ze zich niet bekwaam voelen om die maatregelen uit te voeren. Dat kan doordat ze niet weten wat er van hen verwacht wordt of omdat ze de maatregel te ingewikkeld vinden. Tot slot trekt men meer in twijfel of de genomen maatregelen wel effectief zijn in de verspreiding van het virus.
Vaststelling 3: De bubbel van 5 wordt slechts door een minderheid écht gevolgd
Wanneer we inzoomen op de "bubbel van 5"- regel, dan stellen we vast dat in de praktijk slechts 45 % van de bevolking zich houdt aan de regel. 67 % van de bevraagden ervaart deze regel als erg lastig. Mensen die aangeven zich niet te houden aan de regel, delen mee dat ze gemiddeld zo'n 9 personen ontmoet hebben en geven aan dat een bubbel van 12 wél een haalbare bubbelgrootte zou zijn.
Vaststelling 4: De behoeftes aan verbondenheid en autonomie komen in het gedrag, in het bijzonder bij jongvolwassenen.
Mensen hebben een beperkt aantal psychologische basisbehoeftes. Wanneer deze ingevuld worden, dan stijgt ons energieniveau, wordt onze veerkracht bevordert en krijgen we motivationele zuurstof om vol te houden. We zoomen in op 2 specifieke basisbehoeftes: de behoefte aan autonomie en de nood aan relationele verbondenheid.
Wanneer onze behoefte aan autonomie ingevuld is, dan ervaren we keuze in ons handelen, denken en voelen. We kunnen meer onszelf zijn. Wanneer deze behoefte gefrustreerd wordt, dan voelen we ons onder druk gezet. Wanneer we een warme en hechte band kunnen aangaan met anderen, dan is onze nood aan relationele verbondenheid gelenigd. Indien we daarin gefrustreerd worden, dan voelen we ons eenzaam en geïsoleerd.
Vandaag tonen de resultaten dat onze psychologische basisbehoeften steeds meer gefrustreerd raken, zelfs meer dan in de periode van de "semi - lockdown" toen de maatregelen nog strenger waren. Deze kwalijke trend doet zich in het bijzonder voor bij jongvolwassenen. De coronacrisis hakt er bij hen steviger in dan bij oudere generaties.
Vaststelling 5: het gebrek aan formele betrokkenheid van gedragsexperten op beleidsniveau is onbegrijpelijk
Ondanks de eerdere rapporten met empirische gegevens, opiniebijdragen, persberichten, enz. heeft dit niet geleid tot een systematische implementatie van relevante voorstellen die de expertengroep heeft gedaan. Het gevolg is dat beslissingen met verstrekkende gevolgen voor de bevolking hoofdzakelijk op grond van medische en juridische argumenten werden genomen, in tweede orde slechts geïnspireerd door de psychologische intuïtie en buikgevoel van beleidsmakers over processen die gedrag bepalen.
Wij zijn geen goochelaars en beschikken niet over magische hefbomen om gedrag in de gewenste richting te sturen. Wij kunnen echter wel het beleid ondersteunen op een wetenschappelijke en evidence - based wijze. Er zijn vandaag al veel kansen gemist om de epidemie beter te managen, op een meer verbindende en ondersteunende manier. Op motivationeel vlak is het "kwart over twaalf". Met de lange winteravonden voor de deur is het meer dan ooit alle hens aan dek!
Vaststelling 6: Nood aan een verbindend, ondersteunend kader en motiverende, inspirerende communicatie
Gedrag is ingebed in een complex systeem van individuen die groepen en gemeenschappen vormen in diverse fysieke en sociale omgevingen. Gedrag dient begrepen en beïnvloed te worden met respect én medewerking van de bevolking. Wij pleiten dan ook voor een bredere interdisciplinaire adviesgroep met substantiële gedragswetenschappelijke component die belangrijke organen met beleidsbevoegdheid rechtstreeks adviseert bij het nemen van maatregelen.
Aanbeveling 1: Maak de aanpak van de crisis zo voorspelbaar en controleerbaar mogelijk
- stel een knipperlicht- of kleurencodesysteem in dat toelaat op eenvoudige wijze duidelijk te stellen waar we staan, in welke richting we evolueren, waar we precies naartoe willen (<50 besmettingen per dag? Een bepaalde R-waarde?), welke de criteria zijn om van de ene naar de andere kleurcode over te gaan.
- Bepaal, in samenspraak met de experts, de drempelwaarden voor het knipperlicht – of kleurencodesysteem. Communiceer duidelijk op voorhand welke maatregelen/principes van kracht worden bij het overschrijden van een drempelwaarde. Omgekeerd wordt dan meteen ook duidelijk wanneer er terug versoepeld kan worden. Deze drempelwaarde moet zodanig bepaald worden dat de bevolking ook effectief de kans krijgt om via haar gedrag de volgende drempelwaarde te vermijden. Dit “sociale contract” versterkt de autonomie en het gevoel van voorspelbaarheid en controleerbaarheid.
- bied een self-assessment tool aan waarmee mensen hun eigen corona-relevant gedrag kunnen evalueren (persoonlijke corona-footprint);
- bied tools aan waarmee mensen “what-if”- scenario’s kunnen simuleren (bv. effecten van bubbelgrootte, effecten van afstand houden, mondmasker dragen, worst-case en best-case scenario’s, etc..).
- toon niet alleen grafieken die aangeven waar we zullen staan dankzij onze inspanningen (prognose), maar ook grafieken waar we zouden staan zonder de gevraagde inspanningen te leveren. Het verschil in de prognosecijfers tussen beide wijst direct op de te boeken winst dankzij onze inspanningen.
Aanbeveling 2: Bepaal simpele, heldere gedragsprincipes binnen een logisch kader
- Zorg dat ze algemeen als zinvol beschouwd worden. Eenvoud en uniformiteit is hierbij ondergeschikt aan zinvolheid: een als onlogisch beleefde regel die simpel en duidelijk is blijft onlogisch. Hoe groter het begrip voor de maatregel, hoe groter de kans op duurzame motivatie.
- Communiceer een rangorde naar de mate van effectiviteit om virusbesmetting tegen te gaan. Zo kan de bevolking meedenken en gepaste keuzes maken.
- Zorg dat deze gedragsprincipes overal aanwezig zijn en herhaald worden (media, etc..) met aansprekende vormgeving (visuals, etc..)
- Steun op communicatiewetenschappelijke inzichten om deze boodschappen te vertalen (Brossard et al., 2020).
- Het bubbelconcept is goed ingeburgerd, maar de opgedragen bubbelgrootte is rigide, niet goed toepasbaar en niet controleerbaar. Het bubbelconcept wordt bovendien in de praktijk oppervlakkig gehanteerd en niet op mathematisch correcte wijze. Omdat de vastheid van de bubbel belangrijker is dan de grootte is een getal beter richtinggevend met bepaalde grenzen (bv. tussen 5 en 10) waardoor mensen een stukje autonomie krijgen in functie van hun persoonlijke situatie. Dit stimuleert de motivatie.
- Faciliteer de blijvende toepassing van deze gedragsregels door principes van “nudging”: VB. Lok handenwassen uit door veelvuldig aanwezige alcoholgels
Aanbeveling 3: Zet in op een breed sociaal gedragen project met een na te streven gemeenschappelijk doel
Vb. het leven zo leefbaar mogelijk houden
- Zet sociale modellen in via diverse kanalen (influencers via sociale media, bekende Vlamingen uit sport en entertainment, ..) waarin ze hun engagement demonstreren hun moeilijkheden om het vol te houden, hun manier van leven in corona-tijden, etc..
- Maak een vaste rubriek, bv. coronakwartiertje na het TV-nieuws, waarin op ludieke wijze allerlei relevante onderwerpen aan bod komen (nieuwe corona-etiquette in de omgang, wedstrijd om nieuwe slogan te verzinnen, interviews met gewone mensen die toelichten hoe ze worstelen met de problemen maar toch doorgaan, creatieve oplossingen voor nieuwe problemen (“wisdom of the crowd”), etc.. Een amusant en verbindend programma kan een belangrijk tegengewicht vormen tegen het gemis aan vrijheid en de onheilstijdingen.
- Mobiliseer de culturele sector die bij uitstek geschikt is om creatieve sociaal-verbindende initiatieven uit te denken en te implementeren via (online) media (bv. via het indienen van competitieve voorstellen aan een coronafonds dat de financiële middelen voorziet).
- Mobiliseer de evenementensector om culturele projecten “coronaproof” te laten doorgaan.
Aanbeveling 4: Steun op principes van motiverende communicatie
- Participatie: vb. de bevolking kan mee een nieuwe slogan kiezen; toets draagvlak af bij sectoren of doelgroepen voor aanpassing van maatregelen
- Goede afstemming: vb. geef een zinvolle duiding voor een maatregel, afgestemd op de situatie en doelgroep; kies bewoording aangepast aan de doelgroep
- Een begeleidende attitude: vb. benadruk het steeds groeiend engagement van medeburgers om het doel te halen; voorzie goede voorbeelden waaraan burgers zich kunnen spiegelen als ze verleid worden om de maatregelen te overtreden (cfr. coping script)
- Voortdurende verheldering: vb. communiceer helder en eensgezind over nieuwe maatregelen; geef duidelijk aan welk doel we in de cijfers beogen en wat de tussendoelen zijn
Aanbeveling 5: Voorzie flexibiliteit naar geografische locaties en groepen
- De voorgaande aanbevelingen dienen zo veel als mogelijk op maat gesneden en ingezet te kunnen worden naargelang de situatie in een specifiek geografisch gebied (centrumsteden, provincies,..)
- Idem dito voor goed definieerbare subgroepen voor zover virologisch te verantwoorden.
- Jongeren op school
- Singles
- Ouderen
- ….
Aanbeveling 6: Monitor systematisch gedragsbepalende factoren en het gedrag van de bevolking
Gedrag gaat vooraf aan de verspreiding van besmettingen met 1 à 2 weken. Net zoals we de verspreiding van het virus monitoren is het dus van belang om gedragsbepalende factoren, de aard en mate van motivatie en coronarelevant gedrag systematisch te monitoren. Dit kan ons een excellente basis voor management en bijsturing bieden. Het laat ons tevens toe om de "psychologische turning points" vast te stellen die aangeven wanneer de gepercipieerde baten niet langer de gemaakte kosten voor de bevolking verantwoorden.