Positief herbenoemen als start van persoonlijkheidsontwikkeling

Marc Van Mechelen

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 2020, 50(2), 109-114 |

De Kus van Dabrowski is een autobiografische roman van Chris Van Camp. Niet alles in een autobiografische roman is noodzakelijk waar, anders was het geen roman, maar in grote lijnen is de situatie als volgt: de ik-verteller, Chris Van Camp-Schöller, wordt in 1963 in Lier geboren als dochter van huisvrouw en amateuractrice Wiza. Wiza is dan veertig en heeft al een zoon van vijftien. Officieel is Jan Van Camp haar vader, maar in werkelijkheid is dat vishandelaar Rik Schöller, die samen met Wiza menige operette ten tonele voerde. Er wordt flink geroddeld in Lier. Chris heeft al heel jong door dat ze ongewenst én een bastaard is. Ze noemt haar biologische vader nonkel Rik en diens vrouw “marraine”. De twee gezinnen gaan veel met elkaar om, waarbij het ongewenste dochtertje voortdurend de spanning ervaart. Ze probeert haar moeder te bewijzen dat “het ongelukje” nog zo erg niet is. Ze spant zich in om de verziekte relaties tussen moeder, vaders en doopmeter leefbaar te houden. Ze ontwikkelt een onleefbaar verantwoordelijkheidsgevoel, driftbuien, allergieën, maagpijn, slapeloosheid en allerlei kwetsuren die ze opstapelt in haar “pijnkabinet”. Chris Van Camp-Schöller schrijft dit boek tijdens de laatste levensdagen van haar 95-jarige moeder. Tussen de spullen van haar moeder in het woonzorgcentrum vindt ze een boek van de Poolse psychiater Kazimierz Dabrowski: Positive desintegration. Het boek stelt haar in staat zichzelf anders te bekijken en ze put er onvoorstelbaar veel moed uit. We bepreken deze roman, omdat Chris Van Camp op een heel heldere manier psychische processen beschrijft, omdat ze de vraag stelt hoe normaal het normale is, en overtuigend beschrijft hoeveel ontwikkelingskansen conflicten, crisissen en zogenaamd afwijkend gedrag bieden.