‘Als je de ouder kwijt bent, dan help je het kind niet’: gebruik van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in de ggz

Laura N. Van der Helm, Marina F. Thomas, Karin Van Doesum, Leontien De Kwaadsteniet, Cilia L.M. Witteman

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 49(2), 139-156 |

SAMENVATTING
Kinderen van ouders met psychische problemen hebben een verhoogd risico op mishandeling en
verwaarlozing. Daarom moeten hulpverleners in de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg
(ggz) hun cliënten vragen of ze kinderen hebben (Kindcheck), een inventaris maken van signalen
van kindermishandeling in een officieel stappenplan (Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling)
en zorgwekkende gevallen melden bij Veilig Thuis (het meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling).
Het is de vraag of in de klinische praktijk die procedure vaak wordt gevolgd. In
deze kwalitatieve studie beschrijven we belemmeringen die ggz-hulpverleners blijken te ervaren
bij het opsporen en rapporteren van signalen van kindermishandeling en -verwaarlozing. We hebben
semigestructureerde interviews afgenomen van tien hulpverleners in de (basis en gespecialiseerde)
ggz. Transcripties hiervan zijn thematisch geanalyseerd en gemeenschappelijke thema’s
zijn beschreven. Resultaten suggereren dat hulpverleners problemen ervaren bij het gebruiken van
de Kindcheck en de Meldcode en dat deze mogelijk vaak niet worden gebruikt. Ook rapporteren ze
vaak niet aan Veilig Thuis. Er bleken belemmeringen op vier gebieden: 1) kennis en ervaring, 2) de
therapeutische relatie, 3) professionele samenwerking en 4) instrumenten en procedure.


Trefwoorden: kindermishandeling, geestelijke gezondheidszorg, Kindcheck, Meldcode, thematische analyse