Hypnose, onder welke omstandigheden?
De Hoge Gezondheidsraad maakt de balans op van het gebruik van hypnose in de gezondheidszorg
Verouderde wetgeving
Hypnose is een bron van fascinatie en angst waarover heel wat misvattingen de ronde
doen. Ze wordt vaak sensationeel voorgesteld, als een manier om controle over
iemand te krijgen. Er worden shows aan gewijd of mirakelbehandelingen mee beloofd
(om te vermageren, stoppen met roken, enz.). De regelgeving, die dateert uit 1892,
laat niet toe om een onderscheid te maken tussen de verschillende gebruiken van
hypnose en strookt niet meer met de huidige realiteit.
De Hoge Gezondheidsraad (HGR) heeft een advies opgesteld om de bevolking te
informeren over de indicaties, de risico’s en de doeltreffendheid van hypnose en om
aanbevelingen te formuleren ten behoeve van de bevoegde instanties om het gebruik
ervan te omkaderen.
Een talent dat iedereen heeft
Hypnose is een aangeboren vermogen, een talent dat iedereen bezit (met aanzienlijke
verschillen in de mate van hypnotiseerbaarheid), en maakt deel uit van het normale
spectrum van mogelijke bewustzijnstoestanden. Hypnose verandert de connectiviteit
tussen de hersennetwerken en kan een aanzienlijke invloed hebben op de functionele
toestand van de hersenen. Wanneer iemand in hypnose gaat, vermindert diens
kritisch denken, oordeel- of redeneringsvermogen en wordt deze vatbaarder voor
suggesties. De relatie met zowel zichzelf als met de omgeving verandert.
Risico’s en bijwerkingen
Er zijn weinig ongewenste effecten toe te schrijven aan hypnose, maar er kunnen
problemen ontstaan, vooral als de behoeften en kwetsbaarheid van de patiënt niet
goed worden ingeschat, als een onverwachte situatie niet adequaat wordt beheerd of
als er ongeschikte suggesties worden gedaan. Bovendien is er een risico van
psychologische manipulatie en een risico dat valse herinneringen worden gecreëerd
of de juiste zorg wordt uitgesteld indien de diagnose niet correct wordt gemaakt.
Een hulpmiddel dat doeltreffend kan zijn, maar nooit een therapie op zich.
Hypnose heeft een invloed op het biologisch en psychologisch functioneren en kan
daarom voor verschillende indicaties worden aangeboden. Ze is bijvoorbeeld
doeltreffend om acute pijn te behandelen, of om de angst tijdens medische
behandelingen en onderzoeken te verminderen. Hypnose helpt ook om pijn te
verlichten en de levenskwaliteit van patiënten met chronische ziekten te verbeteren
(bv. chronische pijn, in de oncologie of met functionele aandoeningen van het
maagdarmstelsel). Het toevoegen van hypnotische technieken kan ook de
doeltreffendheid van de gebruikelijke behandeling voor andere indicaties (bijvoorbeeld
in de psychotherapie, voor depressie, angst en trauma) versterken. Hypnose is echter
nooit een behandeling op zich en moet altijd worden beschouwd als één van de
hulpmiddelen die worden gebruikt in het kader van een globale behandeling van de
patiënt.
Volgens het onderzoek is er bovendien momenteel geen bewijs dat hypnose
doeltreffend is bij het stoppen met roken of gewichtsverlies.
Criteria voor opleiding en gebruik
Om deze redenen moet de persoon die hypnose aanbiedt een grondige kennis
hebben van zowel het te behandelen probleem als het hypnotisch proces. Een
probleem kan niet met hypnose worden behandeld als de zorgverlener niet
gekwalificeerd is om het probleem zonder hypnose te behandelen.
De HGR adviseert bijgevolg om het gebruik van hypnose alleen wettelijk toe te
vertrouwen aan erkende gezondheidswerkers die zijn opgeleid om hypnose te
beoefenen. Hypnose mag alleen worden toegepast binnen het eigen
bevoegdheidsdomein en bij voorkeur of noodzakelijkerwijs in een multidisciplinair
kader. De HGR bepaalt ook de minimale inhoud van de opleiding.
De HGR beveelt bovendien aan om het brede publiek beter te informeren, het gebruik
van de titel ‘hypnotherapeut’ te verbieden, en om misleidende reclame met betrekking
tot hypnose te bestraffen.