In 2020 bestond het Tijdschrift Klinische Psychologie vijftig jaar. Dit jaar vieren we het 50 - jarig bestaan van de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen. Deze jubilea willen we luister bijzetten met een boeiende studiedag, een gezamenlijk initiatief van de redactieraad van het tijdschrift en de VVKP. Het wordt een unieke gelegenheid om kennis te maken met de veelzijdigheid van de beroepsactiviteiten van de klinisch psycholoog, en de recente en toekomstige ontwikkelingen in ons gezondheidszorgberoep. Ook minister Frank Vandenbroucke viert met ons mee en komt zijn visie voor de toekomst van ons beroep toelichten.
We stellen u graag een overzicht voor van alle workshops van die dag zodat u een goede keuze kunt maken.
Cliëntgericht-experiëntiële psychotherapie bij kanker of een chronische ziekte: werken aan levenskwaliteit via het experiëntiële lichaam.
Inhoud/abstract: In de geneeskunde wordt het lichaam als een object benaderd. In zijn boek “Een procestheorie van somatisch ziek-zijn: geneeskunde en psychotherapie” plaatst Frans Depestele (2020) dit lichaam-als-object terug in het bredere veld van het lichaam-als-subject. “Somatisch ziek-zijn betreft ook en treft ook mijn subject zijn, mijn lichamelijk-in-de-wereld-zijn, mijn bestaansgrond, mijn identiteit” (Depestele, 2020, p. 17).
Mijn manier van werken met cliënten met kanker of een chronische ziekte sluit hierbij aan. Het heeft vier bouwstenen: 1. Het experiëntiële lichaam aanspreken, 2. Aandacht voor geblokkeerde processen, 3. Focusing of PEAS (Pausing, Experiencing, Acknowledging, Symbolising) en 4. Procesbevorderende uitnodigingen rond de biopsychosociaal-existentiële dimensies van het leven.
Het is een ervaringsgerichte workshop. Dit betekent dat ik slechts kort zal stilstaan bij het theoretisch model (meer daarover kan je later lezen in een artikel in het TKP) en dat de nadruk vooral zal liggen op het zelf ervaren aan de hand van enkele oefeningen.
Werkvorm: Powerpoint
Voor wie: Psychologen, orthopedagogen, artsen, psychotherapeuten
Voorkennis: Geen voorkennis vereist.
Door wie: Tine Swyngedouw is klinisch psycholoog, cliëntgericht-experiëntieel psychotherapeut en supervisor met een eigen privépraktijk in Kessel-Lo. Ze werkt vooral met volwassenen rond trauma, verlies, rouw, chronische pijn, chronische vermoeidheid en kanker. Ze werkt als oncopsycholoog bij de Stichting Tegen Kanker sinds 2006. Ze is Focusingtrainer en Focusing Oriented Therapist (Chicago, 1995) en geeft Focusingtrainingen aan PraxisP in Leuven. www.EFocusing.be
Transdiagnostisch werken in de psychotherapie bij kinderen en jongeren: wat brengt de toekomst?
Inhoud/abstract: Kinderen en jongeren met psychische problemen zijn een zeer belangrijk onderwerp: in de politiek, in de instellingen, in scholen, in steden enz.. Logisch, kinderen en jongeren zijn de toekomst. Toch heeft 20% last van mentale problemen en staat de behandeling ervan nog steeds niet op punt.
Momenteel worden kinderen en jongeren behandeld met speltherapie, praattherapie, groepstherapie en/of ouderbegeleiding. Helaas, evaluaties van deze klinische praktijk laten steeds opnieuw zien dat de effecten ervan niet zo goed zijn, tenzij de therapeuten gespecialiseerde training hadden gehad, supervisie kregen, en hun caseload niet te groot was.
Eén antwoord hierop is het benutten van bestaande protocollen die hun werkzaamheid aantoonden, waardoor er meer evidenced-based kan gewerkt worden. Protocollen roepen evenwel nog vaak negatieve reacties op. Eén ervan is terecht: bij het toenemend streven naar implementatie van protocollen stelt men vast dat de problematiek van kinderen met psychologische problemen soms veel complexer is dan enkel een enkelvoudige gediagnosticeerde (angst)stoornis, of een enkelvoudige aanpak van een ADHD-problematiek. Kan men dan nog gestandaardiseerd te werk gaan?
Als antwoord op deze vragen zijn er nu de transdiagnostische protocollen. We gaan ervan uit dat deze protocollen eerder inwerken op onderliggende mechanismen en hierdoor breed inzetbaar zijn. Hierdoor kunnen ook andere uitdagingen worden aangepakt waar nog geen antwoord op gevonden werd. Zoals: wat als kinderen vage klachten brengen en/of in een eerste lijnswerking terecht komen waar een kortdurende interventie moet aangeboden worden? Stel dat een sociale angst overgaat naar depressieve klachten, hoe moet je hiermee omgaan? Of, wat met kinderen en jongeren met recidiverende klachten die heraangemeld worden? Ook hier kan transdiagnostisch werken antwoorden bieden.
Transdiagnostische behandelingsprogramma’s kunnen een focus hebben op cognitieve processen (bijv. zelfbeeldversterkende behandelingen), emotionele processen (bijv. emotieregulatietraining) of gedragsmatige processen (bijv. mindful parenting), onderliggend aan de complexe klachten die kinderen kunnen vertonen. We zullen enkele voorbeelden toelichten. Toepassing van transdiagnostische behandelingsprogramma’s zijn duidelijk een nieuwe trend maar, ze zijn lang niet altijd bruikbaar. We zullen hierbij de vraag niet uit de weg gaan of er ook nadelen zijn aan transdiagnostisch werken.
Werkvorm: Powerpoint + enkele kleine oefeningen
Voor wie: Psychotherapie, kinderen en jongeren
Voorkennis: Neen
Door wie: Caroline Braet, Laura Wante en Marie-Lotte Van Beveren, CCAP lab, UGENT
Caroline Braet, Laura Wante en Marie-Lotte Van Beveren, zijn klinisch psychologen. Ze zijn verbonden aan de Universiteit Gent, vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie Naast onderwijsopdrachten op het gebied van de ontwikkelingspsychopathologie doen zij in het bijzonder onderzoek naar het ontstaan en de instandhouding van psychopathologie bij kinderen, alsook de assessment en de behandeling ervan. Momenteel leiden zij vooral projecten rond depressies bij kinderen. Een centraal nieuwe focus in al deze projecten is de studie naar transdiagnostische processen, waaronder de rol van Emotieregulatie. Daarnaast doen ze ook consultaties in het Universitair Psychologisch Centrum Kind en Adolescent te Gent.
Voor meer info, zie: https://www.vopspsy.ugent.be/nl/klinische-ontwikkelingspsychologie.html
Do what you love, love what you do: over het wel en wee van de ELP
Inhoud/abstract: Niemand zal betwijfelen dat er op het vlak van geestelijke gezondheid een grote nood is aan laagdrempelige hulp die toegankelijk en betaalbaar is voor iedereen. Vanuit het principe van zelfredzaamheid willen we allemaal cliënten in hun kracht terugzetten, tot ze het punt bereikt hebben waarop ze zelf kunnen doen wat ze dan willen doen. Soms is daarvoor langdurige zorg nodig, soms ook niet. Op dat vlak is er heel wat aan het gebeuren, zowel in België als de buurlanden, en de term ELP duikt ineens overal op. Wat houdt dit nu concreet in? En wil dit zeggen dat elke hulpvraag snel en kort kan opgelost worden? Is therapie het “echte” werk en eerstelijnspsychologische zorg meer een doekje tegen het bloeden? Of zegt dit meer iets over het ongemak en de overtuigingen van de behandelaar zelf? Is het net niet toe te juichen als er meer mensen sneller geholpen kunnen worden, vanuit de druk van wachtlijsten en bekommernissen die onze samenleving kent? In deze workshop wil ik samen met jullie ingaan op een aantal ELP-indicatiecriteria, en dit vanuit de inhoud (aanmelding en beslisboom), type assessment, doelen en interventies. Daarnaast wil ik ook stilstaan bij attitude, competenties en eigen werkplezier.
Werkvorm: Powerpoint
Voor wie: Klinisch psychologen en orthopedagogen
Voorkennis: Geen
Door wie: Els Heene, klinisch psycholoog en psychotherapeut, is werkzaam bij Mentaal Beter Zeeland als hoofdbehandelaar. Zij rondde in 2003 een doctoraat af rond depressie en partnerrelaties. Ze werkt sinds 1996 eveneens aan de Universiteit Gent, als docent, en als coördinator van de permanente vorming cognitieve gedragstherapie en de permanente vorming eerstelijnspsychologische zorg.
E-mail: Els.Heene@UGent.be
ELP bij kinderen en jongeren, wat ermee?
Inhoud/abstract: De laatste jaren worden we binnen ons veld om de oren geslagen met de term ‘ELP’ of eerstelijnspsychologische zorg. In de nieuwe conventie voor de terugbetaling van psychologische zorg heeft ELP, zeker ook bij kinderen en jongeren, een centrale plek gekregen. We willen kinderen en jongeren op tijd de juiste hulp bieden, liefst zo dicht mogelijk bij huis en school, om te voorkomen dat problemen escaleren. Hiermee willen we ook tegemoet komen aan de ellenlange wachtlijsten die ontstaan zijn in de Centra Geestelijke Gezondheidszorg, Centra Ambulante Revalidatie en intussen ook bij veel psychologenpraktijken voor kinderen en jongeren. Maar betekent dit dan dat alles zomaar kort en krachtig kan? En is dit dan een vorm van psychotherapie light? In deze workshop wil ik samen met jullie ingaan op een aantal ELP-indicatiecriteria, en dit vanuit de inhoud (aanmelding en beslisboom), type assessment, doelen en interventies. Daarnaast wil ik ook stilstaan bij attitude, competenties en eigen werkplezier.
Werkvorm: Powerpoint
Voor wie: Klinisch psychologen en orthopedagogen
Voorkennis: Geen
Door wie: Nathalie Haeck is klinisch psycholoog en was jarenlang werkzaam binnen de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren in Zeeland. Sinds september 2020 is zij werkzaam voor het netwerk geestelijke gezondheidszorg Radar in Oost-Vlaanderen waar zij de uitrol van de conventie terugbetaling psychologische zorg opvolgt. Ze werkt sinds 2015 eveneens aan de Universiteit Gent, als praktijkassistent, en als coördinator van de permanente vorming eerstelijnspsychologische zorg.
E-mail: Nathalie.haeck@UGent.be
Psychische gevolgen en behandeling na seksueel geweld.
Inhoud/abstract: Het thema seksueel geweld is anno 2020 een bijzonder actueel thema. In deze workshop willen we collega's de hand reiken om ook in de praktijk aan de slag te kunnen met dit thema. We starten met een korte praktische virtuele rondleiding in het Zorgcentrum na Seksueel Geweld, UZ Gent, alsook de concrete informatie om de mogelijkheid tot aangifte te kunnen bespreken met een cliënt. We geven de recente wetenschappelijke onderzoeken mee wat betreft prevalentie en behandeling. We staan stil bij de gevolgen van seksueel geweld die kunnen gezien worden als psychotrauma dat zich ook op lichamelijk niveau sterk tonen. Daarom geven we niet enkel via het woord maar ook via het lichaam enkele tips mee.
We belichten het belang om reeds in de eerste contacten stil te staan bij de mogelijkheden en valkuilen van de cliënten. We bekijken het onderscheid tussen accuut en posttraumatische symptomatologie. We beklemtonen het belang van het stabilisatieproces alvorens traumaverwerking kan opgestart worden. We staan stil bij de verschillende vormen van seksueel geweld en doorlopen via een casus mogelijke behandelvormen van seksueel geweld.
Werkvorm: Powerpoint en casuistiek
Voor wie: Eerstelijn zorgverleners
Voorkennis: Geen
Door wie: Bo Van den Bulcke, klinisch psycholoog en psychodynamisch therapeut. Ze werkt in het Universitair Ziekenhuis aan het zorgcentrum na Seksueel Geweld sinds 2019 en startte samen met een collega de groepspraktijk Saam in Gent. In deze praktijk staat de samenwerking van verschillende therapieën rond lichaam en geest centraal. Zij beëindigde in 2020 een doctoraat rond teamwerk op Intensieve Zorgen en ethische besluitvorming.
De integratie van technologie in de klinische neuropsychologie: vloek of zegen?
Inhoud/abstract: Neuropsychologische diagnostiek wordt overwegend gekenmerkt door de afname van neuropsychologische testen om cognitieve functies op een objectieve manier in kaart te brengen. Deze van oorsprong potlood-en-papiertaken worden face-to-face afgenomen, zijn arbeidsintenstief, milieuonvriendelijk, duur en inefficiënt, en hebben discutabele psychometrische eigenschappen. Deze werkwijze staat in schril contrast met de cognitieve neurowetenschappen, waar gecomputeriseerde testen en geavanceerde hersenbeeldvormingstechnieken worden gebruikt om hersen-gedragrelaties met hoge precisie te meten. Onze kennis over de hersenen en het menselijk gedrag is exponentieel gegroeid met de komst van deze nieuwe technologieën, maar wat betekent de technologische revolutie voor de klinische neuropsychologie? In deze lezing zullen de mogelijkheden en de beperkingen van de integratie van technologie in de klinische praktijk van de neuropsycholoog besproken worden. Zorgen technologische ontwikkelingen voor een optimalisatie van de neuropsychologische praktijk of vormen zij een bedreiging voor het klinisch redeneren? Met andere woorden, is de integratie van technologie in de klinische neuropsychologie een vloek of een zegen?
Werkvorm: Powerpoint (met interactie)
Voor wie: Klinisch (neuro)psychologen
Voorkennis: Neen
Door wie: Prof. dr. Céline Gillebert (KU Leuven). Céline Gillebert (KU Leuven) is hoofddocent neuropsychologie aan de onderzoekseenheid Brein en Cognitie van de KU Leuven. Ze onderzoekt de neuropsychologische gevolgen van niet-aangeboren hersenletsels (NAH). NAHs leiden niet alleen tot verlammingsverschijnselen of gezichtsverlies, maar ook tot veranderingen in de cognitie, het gedrag en de persoonlijkheid van de patiënten. De cognitieve gevolgen van hersenletsels zijn een belangrijke voorspeller voor het functioneren en de levenskwaliteit van de patiënten. Om deze stoornissen beter te begrijpen en de impact ervan op het dagelijkse leven te minimaliseren, ontwikkelt ze samen met haar team meetinstrumenten (o.a. vragenlijsten, gecomputeriseerde tests) en revalidatieprotocollen (o.a. serious games in virtual reality) en voert ze functionele hersenbeeldvormingsstudies uit bij neurotypische volwassenen en volwassenen met een NAHl.
De klinische ouderenpsychologie als ‘een vak apart’ met tal van uitdagingen.
Inhoud: Na een korte historisch schets bespreken we de huidige stand van zaken: naast een overzicht van de aanwezigheid van klinisch ouderenpsychologen in de verschillende domeinen van de ouderenzorg en de verschillende taken die vandaag worden opgenomen, komen de recente ontwikkelingen in de psychodiagnostiek en de psychotherapie aan bod. Maar de klinische ouderenpsychologie blijft een relatief jonge discipline, hetgeen onherroepelijk tot gevolg heeft dat er nog tal van toekomstige uitdagingen liggen te wachten:
- Wetenschappelijk onderzoek ter verfijning van de basiscompetenties, met o.a. het op punt stellen en moderniseren van het algemeen psychodiagnostisch instrumentarium en het klinisch neuropsychologisch onderzoek. Daarnaast verdient ook de familiale diagnostiek de nodige aandacht. Ook de psychotherapeutische interventies dienen verder te worden verfijnd en aangepast aan de noden van senioren.
- Specifieke opleiding tot klinisch ouderenpsycholoog ( met o.a. welomschreven stageplaatsen onder supervisie van ervaren ouderenpsychologen).
- Inschakeling in het brede veld van de ouderenzorg: woonzorgcentra, mobiele teams, ambulante zorg,...
- Preventie, vroegdetectie en vroeginterventie
Werkvorm: Powerpint en discussie
Voor wie: Klinisch psychologen
Voorkennis: Geen
Door wie: Luc Van de Ven, klinisch ouderenpsycholoog verbonden aan UPC KULeuven, campus Gasthuisberg. Geeft opleidingen voor professionele hulpverleners in de ouderenzorg en is auteur van verschillende boeken over de deskundige begeleiding van senioren. Daarnaast is hij hoofdredacteur van ‘Senior. Tijdschrift voor kwaliteitsvolle ouderenzorg’.
Psychological assessment: present and future
Inhoud/abstract: Wanneer we in de klinische praktijk de moeilijkheden van cliënten proberen in te schatten, bepaalt de bril waardoor we kijken wat we zien, maar ook wat we niet zien. In deze beschouwende workshop staan we stil bij de evolutie van een diagnostisch categoriaal denken naar een dimensionele visie, om te eindigen bij het transdiagnostisch denken. Voor elk van de drie benaderingen staan we stil bij enkele voors en tegens, gekoppeld aan hun respectievelijke conceptualisatie van psychopathologie. We maken dit concreet aan de hand van twee klassieke psychiatrische ziektebeelden waarvoor DSM-5 in haar Sectie III een alternatief biedt voor het categoriale Sectie II model: persoonlijkheidsstoornissen en psychose. Wat betreft persoonlijkheidsstoornissen vertrekken we van een videofragment en zetten we achtereenvolgens een categoriale, een dimensionele, en een transdiagnostische bril op. Wat betreft psychose vertrekken we van een klinisch vignet en doen we vervolgens hetzelfde. Huidige en potentieel-toekomstige assessment tools komen eveneens aan bod. De workshop richt zich op de doelgroep volwassenen.
Werkvorm: Powerpoint, videofragment en casuïstiek
Voor wie: Psychologen-psychodiagnostici & psychologen in het algemeen
Voorkennis: Neen
Door wie: Tim Bastiaens is klinisch psycholoog en gedragstherapeut. Sinds 2000 is hij klinisch werkzaam aan het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven, waar hij sinds 2010 ook hoofd is van het Expertisecentrum Klinische Psychodiagnostiek. Recent (2014-2018, KU Leuven) doctoreerde hij over het DSM-5 Sectie III persoonlijkheidsmodel.
Diversiteit sensitief klinisch psychologisch handelen: een nieuwe (basis)vaardigheid?
Inhoud/Abstract: Anno 2021 bevinden we ons in een superdiverse maatschappij, waarin klinisch psychologen en psychotherapeuten patiënten ontmoeten die verschillende culturele achtergronden, gender identiteiten, seksuele oriëntaties, huidskleuren, religies, beperkingen, sociale klassen en leeftijden met elkaar verbinden. Maar staan we voldoende stil bij wat die diversiteit betekent in onze gespreksruimtes?
Deze workshop zal er op gericht zijn om de deelnemers mee te nemen doorheen de uitdagingen die werken met verschil en diversiteit in psychologische begeleiding en psychotherapie met zich meebrengt. Er zal een introductie gegeven worden in hedendaagse perspectieven op de constructie van verschil, sociale identiteit en cultuur toegepast op de klinische praktijk. Aan de hand van praktijkvoorbeelden en reflectieoefeningen trachten we handvaten mee te geven om op een diversiteit sensitieve manier met patiënten aan de slag te gaan.
Werkvorm: Powerpoint
Voor wie: Klinisch Psychologen
Voorkennis: Neen
Door wie:
Lotte De Schrijver
Klinisch psycholoog-seksuoloog; Gedragstherapeut bij Fy:r
Gender & Violence Team, UGent-International Centre for Reproductive Health (ICRH)
Divisie Diversiteit - VVKP