Verzet bij kinderen met autisme - Wilfried Peeters

Wilfried Peeters

Tijdschrift Klinische Psychologie, 2023, 53(4), 311-321

Inleiding

Een vaak gehoorde verzuchting van ouders, leerkrachten en begeleiders over kinderen met autisme is dat ze moeilijk stuurbaar zijn.1 Elke opdracht stuit op verzet en ‘nee’ lijkt hun favoriete woord. In tegenstelling tot neurotypische peuters neemt dit verzet bij hen na de leeftijd van tweeënhalf jaar nog toe (Ekas et al., 2017). Deze kinderen functioneren in velige modus: elke verandering houdt gevaar in en enkel het behoud van de huidige toestand biedt volledige veiligheid. Gaandeweg wordt weigeren het dominante reactiepatroon van het kind, waarnaar het bij de minste twijfel teruggrijpt. In psychiatrische termen ontwikkelt het dan een stoornis met oppositioneel-uitdagend gedrag, een comorbide diagnose die bij ongeveer een kwart van alle kinderen met autisme wordt gesteld (Simonoff et al., 2008). Dit patroon heeft grote gevolgen voor het kind en zijn omgeving. Het leer- en ontwikkelingsproces van het kind wordt belemmerd. Sommige kinderen met autisme vertonen ernstige lacunes in hun vaardigheden, omdat ze enkel leren wat ze op eigen initiatief uitproberen en niet wat anderen hun trachten aan te leren. Opvoeding en onderwijs worden een strijd. Ouders en leerkrachten willen vooruit en het kind nieuwe ervaringen laten opdoen, maar het kind trapt voortdurend op de rem. Het kost veel energie, tijd, geduld en volharding om die weigering om te buigen in medewerking. Sommige ouders gaan de machtsstrijd aan: ‘Jij moet doen wat ik vraag!’ Tot hun verbijstering werkt dit bij kinderen met autisme vaak averechts: hoe kwader de ouder zich maakt, hoe meer het kind volhardt in zijn weigering en hoe luider en bozer het terugroept. Andere ouders vermijden conflicten door zo weinig mogelijk eisen aan het kind te stellen en zich verregaand aan te passen. De prijs die ze hiervoor betalen is hoog: het hele gezin wordt gedwongen om ‘autistisch’ te gaan functioneren

Nuttige documentatie