Psychodiagnostiek: heden en toekomst

Tim Bastiaens, Laurence Claes

Tijdschrift Klinische Psychologie, 2022, 52(2), 117-125

Inleiding :

De bril waardoor we kijken, bepaalt wat we zien. En dus ook wat we niet zien. In de huidige diagnostiek zijn we getuige van twee bewegingen. De eerste betreft de transitie van een categoriale naar een dimensionale benadering van de bestaande ziektebeelden. De tweede betreft de transitie naar een dimensionale benadering over ziektebeelden heen, het zogenaamde transdiagnostische model. Nauwkeuriger geformuleerd houdt de eerste beweging in dat we binnen de bestaande ziekteleer evolueren van het in categorieën denken over de bestaande stoornissen naar het in dimensies denken over diezelfde stoornissen. De tweede, nog veel radicalere beweging houdt in dat we de bestaande verzameling aan stoornissen, de huidige ziekteleer dus, verlaten en ons richten op wat de verschillende stoornissen met elkaar delen aan onderliggende mechanismen (bijvoorbeeld: emotieregulatie, impulsregulatie). In deze bijdrage staan we stil bij enkele voor- en nadelen van vier modellen: 1. het categoriale, 2. het dimensionale, 3. het person-centered, en 4. het transdiagnostische model. We illustreren dit aan de hand van twee klassieke psychiatrische stoornissen, waarvoor Sectie III van de vijfde editie van de Diagnostic and statistical manual of mental disorders (DSM-5; American Psychiatric Association [APA], 2013) een alternatief model beschrijft: persoonlijkheidsstoornissen en psychotische stoornissen. We eindigen met een overweging over wat en hoe te diagnosticeren naar de toekomst toe.