Van hulpverlener tot advocaat: deontologische vragen in echtscheidingssituaties

Koen Korevaar

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 2013, 43(2), 96-108 |

Samenvatting
Het behandelen van kinderen in een echtscheidingssituatie roept bij psychologen
veel beroepsethische vragen op. Dit artikel behandelt de juridische en deontologische
kaders met betrekking tot twee echtscheidingsgerelateerde onderwerpen: enerzijds
de vraag over de noodzaak van geïnformeerde toestemming van beide ouders voor
de start van de behandeling van een kind, anderzijds het meegeven van attesten en
andere documenten aan de ouders. De Wet betreffende de patiëntenrechten en het
Decreet rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp benadrukken beide
het belang van de keuzebekwaamheid van de jongere. Als de jongere niet keuzebekwaam
is, is de geïnformeerde toestemming van beide ouders nodig. Als de jongere
keuzebekwaam is, kan hij zijn recht op geïnformeerde toestemming zelfstandig uitoefenen.
De implicaties en praktische toepassing van deze wettelijke regelingen worden
in dit artikel besproken.