Suïcidepreventie van globaal tot lokaal: wat zegt het WHO-wereldrapport over suïcidepreventie?

Karl Andriessen

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 2015, 45(1), 4-8 |

Tien september is de Werelddag van de Suïcidepreventie.1 Deze dag werd enkele jaren geleden
in het leven geroepen door de World Health Organization (WHO) in samenwerking met de
International Association for Suicide Prevention (IASP). De werelddag van 20142 staat geboekstaafd
als de dag waarop de WHO het wereldrapport over suïcidepreventie voorstelde: Preventing
suicide: A global imperative (WHO, 2014). Gedurende de voorbije decennia heeft de WHO wel
vaker initiatieven genomen of gesteund met betrekking tot suïcidepreventie, denk bijvoorbeeld
aan Suicide Prevention (SUPRE) en het SUPRE-MISS-project3 (Multisite Intervention Study on
Suicidal Behaviours) waaruit onder andere de bekende ‘blauwe boekjes’ met aanbevelingen
voor huisartsen, hulpverleners, schoolpersoneel, gevangenissen, enzovoort zijn voortgekomen4;
de WHO/EURO Multicentre Study on Suicidal Behaviour, een grootschalige studie op
verschillende locaties (onder andere in Gent) over suïcidepogingen (De Leo, Bille-Brahe, Kerkhof,
& Schmidtke, 2004; Schmidtke, Bille-Brahe, De Leo, & Kerkhof, 2004); of het wereldrapport
over geweld en gezondheid (Krug, Dahlberg, Mercy, Zwi, & Lozano, 2002). Dat de WHO,
die zich primair bekommert om gezondheid, voor het eerst een zwaarwichtig document opstelt
over een gedrag, kan zonder meer als een mijlpaal worden beschouwd (De Leo, 2014).