Psychologische hulp: na erkenning van de hulpverlener, de tegemoetkoming aan de hulpvrager

Karel Mampuys

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 2016, 46(3), 166-174 |

Inleiding
In april 2014 en opnieuw – na de nodige correcties voor orthopedagogie en psychotherapie
– in juni 2016 werd de psychologische hulpverlening eindelijk wettelijk erkend. De betreffende
wetten erkennen de beroepen van klinisch psycholoog en orthopedagoog en de psychotherapie
als specialistische praktijk. Die juridische erkenning was een voorwaarde om de
geboden zorg financieel tegemoet te kunnen komen en de beoefenaars een plaats te geven
in het overheidsbeleid ‘Volksgezondheid’. In september 2016 zou de uitvoering van de wet
van start moeten gaan (zie voor actuele informatie: https://www.bfp-fbp.be).1 Op vraag van
de federale overheid, het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) en de
Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen (VVKP) bracht het Federaal Kenniscentrum
voor de Gezondheidszorg (KCE) in het voorjaar 2016 een advies uit over de vergoeding van
psychologische hulp (Kohn et al., 2016). Dat advies is gebaseerd op een grondige vergelijking
van de Belgische situatie met die in Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Denemarken
en Zwitserland. Het advies kreeg zijn uiteindelijke vorm na twee consultatierondes
met de belanghebbenden in België, de zogenaamde stakeholders: patiëntenverenigingen,
beroepsverenigingen (zoals de VVKP) en zorgverzekeraars. Inspiratie vond het KCE ook nog
in het evaluatierapport van de zeven Vlaamse proefprojecten eerstelijnspsychologie (ELP).
Net zoals adviezen van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) hebben rapporten van het KCE
geen kracht van wet en het zijn ook geen uitvoeringsbesluiten. Maar beide instanties hebben
een hoog moreel gezag. Ze bieden houvast in een domein waar verschillende belangen
spelen. Zo werd bij de herziening van de Erkenningswet op de beroepen in de geestelijke
gezondheidszorg (GGZ) nog steeds teruggegrepen op de adviezen van de HGR aangaande
de psychotherapie uit 2005. Ook nu valt te verwachten dat de overheid in haar uitvoeringsbesluiten
gebruik zal maken van dit goed onderbouwde advies van het KCE.