Preventieve hulp voor mensen met pedofiele gevoelens

Kris Vanhoeck

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 2015, 45(3), 167-174 |

Inleiding
Geweld en seksueel geweld zijn door de Wereldgezondheidsorganisatie al in 1995 uitgeroepen
tot een probleem dat met voorrang moet worden aangepakt (Foege, Rosenberg, & Mercy,
1995; World Health Assembly, 1996). Seksueel misbruik van personen van alle leeftijden is
een ernstig probleem dat niet enkel via politionele en gerechtelijke middelen kan worden opgelost.
Justitie werkt met afschrikking, opsluiting, rehabilitatie en herstelbemiddeling. Dat
komt op gang nadat feiten zijn gepleegd en met het oog op het voorkomen van herhaling. De
gezondheidszorg en welzijnszorg bieden therapeutische en maatschappelijke interventies
die individuen, families, groepen en de samenleving in haar geheel kunnen beïnvloeden.
Een gezondheids- en welzijnsaanpak kan focussen op preventie en op die manier de gerechtelijke
weg aanvullen. Er is meer lijden dan gedacht: bij slachtoffers, familie, familieleden
van een dader, maar ook bij ‘nog-geen-daders’. Preventie moet gericht zijn op verschillende
niveaus: op daderpreventie (‘geen-dader-worden’), maar ook op het bevorderen van het
‘maatschappelijk spreken’. Seksueel misbruik is bijna dagelijks op een of andere manier in
het nieuws. Slachtoffers en hun therapeuten, advocaten en juristen komen aan het woord,
evenals verontruste burgers, maar daders horen we zelden. Therapeuten die met daders en
nog-geen-daders werken, zouden meer aan dat maatschappelijke debat moeten deelnemen.
Recidivepreventie is gericht op het voorkomen van een herhaling van feiten. Preventieve hulp
voor mensen met pedofi ele gevoelens richt zich op het voorkomen dat kwetsbare mensen ‘dader’
worden. Dat preventiewerk moet gebaseerd zijn op grondig wetenschappelijk onderzoek.
Er is de laatste jaren veel vooruitgang geboekt bij de analyse van risico- en beschermingsfactoren
bij mensen die feiten hebben gepleegd en bij wie het recidiverisico in kaart wordt gebracht. Er
bestaat echter geen sluitende theorie over wie risico loopt om dader te worden en wie niet. De
vorm van preventie die in dit artikel wordt besproken, richt zich op mensen die zich zorgen
maken over hun eigen problemen, hun gedachten, gevoelens en fantasieën. Preventie is dan een
aanbod om vrijwillig over de eigen problemen na te denken en er zo zelf ook beter van te worden.
Eerst komt een visie op preventie aan bod, die vervolgens geïllustreerd wordt aan de hand
van enkele citaten uit het verhaal van een pedofi el die geen dader wil worden. Die ervaringsdeskundige
klaagt er onder andere over dat hij geen gepaste hulp kan vinden. Wat is dat
probleem van ‘seksuele voorkeur’ dan juist? En wat zijn de risico’s en thema’s waar hulpver-
leners aandacht voor moeten hebben? Ten slotte komt de hulp zelf aan bod: hoe die er moet
uitzien en voor wie die is bedoeld.