Over slimme dieren en soms domme onderzoekers

Mark Schittekatte

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 2017, 47(2), 16-22 |

Tijdens mijn zomervakantie in Zuid-Frankrijk in 2016, enkel nu en dan afgeleid door  ̶  vooral intelligente  ̶  insecten, las ik het nieuwste boek van Frans de Waal (2016) met de titel: Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn? De Waal is een Nederlandse bioloog, gespecialiseerd in de primatologie en de ethologie (in de voetsporen van Niko Tinbergen). Sinds 1981 verricht hij wetenschappelijk onderzoek, vooral bij chimpansees, in de Verenigde Staten. Hij trok voor het eerst internationaal de aandacht in 1982 met zijn boek Chimpanzee politics, waarin hij het gedrag van deze mensapen als intelligent en door emoties gedreven voorstelde. In 2006 publiceerde De Waal samen met twee andere wetenschappers (Plotnik, De Waal, & Reiss) een artikel waarin zij aantonen dat olifanten over zelfbewustzijn beschikken. Na het slagen voor de spiegeltest konden de olifanten in het rijtje mens, mensaap en dolfijn worden ondergebracht. In 2007 werd De Waal door het tijdschrift Time opgenomen in de TIME 100: The People Who Shape Our World, een lijst van de honderd invloedrijkste kunstenaars, wetenschappers, politici, ondernemers en dergelijke, op dat moment.  Zijn nieuwste boek gaat vooral over de onderwaardering van dierlijke intelligentie en het overmatig gekoesterde idee dat onze geest ons in het dierenrijk uniek maakt..