Nieuwe mogelijkheden, beproefde waarden: deontologische vragen over technologie in de geestelijke gezondheidszorg

Koen Korevaar

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 2019, 47(1), 63-73 |

SAMENVATTING
Het inzetten van informatie- en communicatietechnologie in de klinische psychologie
roept deontologische vragen op. Dit artikel geeft een overzicht van enkele deontologische
thema’s gerelateerd aan technologie in de klinische psychologie: privacy,
evidencebased werken, autonomie van de cliënt, technologische competentie van de
hulpverlener en de invloed op de werkrelatie. Deze thema’s worden in verband gebracht
met de basisprincipes uit de beroepscode voor Belgische psychologen. Nieuwe
technologie stelt een uitdaging om deze beroepsethische waarden op een nieuwe manier
toe te passen. Uit het basisprincipe van respect voor autonomie vloeien verplichtingen
voort omtrent het beveiligen en zorgvuldig omgaan met gegevens, het eerlijk
en duidelijk informeren van de cliënt, het bijhouden van (technologische) competentie,
kwaliteitscontrole en het kritisch evalueren van nieuwe methoden.

Trefwoorden: geestelijke gezondheidszorg, e-health, beroepsgeheim, beroepsethiek