04-02-21

Uit de laatste meting van de "Power to Care" - meting, de vroegere zorgbarometer, blijkt dat het absoluut niet goed gaat met onze zorgverleners.

Van 8 tot 15 december 2020 namen 3.140 zorg- en hulpverleners en mantelzorgers deel aan de enquête ‘POWER TO CARE’ van Sciensano en KU Leuven. De enquête toetst naar het welzijn en de nood aan ondersteuning van deze groep, die door de COVID-19-crisis onder een toenemende druk staat. Uit de bevraging blijkt dat de COVID-19-crisis op zorg- en hulpverleners een grote impact heeft gehad op persoonlijk en professioneel vlak, maar ook op lichamelijk vlak.
 

Grote impact op persoonlijk, professioneel en lichamelijk vlak


De COVID-19-crisis heeft op verschillende vlakken van zorg- en hulpverleners zijn tol geëist. Tien maanden na de start van deze crisis rapporteerden de bevraagden voor een hele reeks symptomen die het gevolg kunnen zijn van verhoogde druk dat deze bij hen nog steeds vaker voorkwamen dan vóór COVID-19. Deze signalen waren duidelijk voor bevraagden uit de verschillende sectoren (ziekenhuizen, woonzorgcentra, de eerste lijn, de welzijnssector,…) en uit de verschillende regio’s van het land.

Op persoonlijk vlak kwamen volgende symptomen die het gevolg zijn van chronische stress vaker voor dan normaal:

  • Zich vermoeid voelen (56% tegenover 38% normaal)
  • Onder druk staan (51% tegenover 34% normaal)
  • Zichzelf niet voldoende kunnen ontspannen (46% tegenover 27% normaal)
  • Slaaptekort (40% tegenover 25% normaal)
  • Concentratiestoornissen (26% tegenover 15% normaal)

Ook symptomen die verband houden met acute stress kwamen nog steeds vaker voor:

  • Hyperalert en verhoogd waakzaam zijn (38% tegenover 24% normaal)
  • Gevoelens van angst  (27% tegenover 12% normaal)
  • Ook op professioneel vlak laat de COVID-19-crisis zijn sporen na bij zorg- en hulpverleners. In december 2020 overwoog 22% te stoppen met het uitoefenen van hun beroep (tegenover 10% normaal). Mogelijk houdt dit verband met het feit dat de bevraagden zich meer geïsoleerd voelden op het werk (25% tegenover 13% normaal), zich minder deel voelden van een team (58% tegenover 69% normaal) en zich vaker onzeker voelden in hun team (16% tegenover 7% normaal). De voortdurende reorganisatie van het werk, als gevolg van de crisis, kan hiervan een oorzaak zijn.

Het is alarmerend dat zelfs lichamelijke klachten die verband houden met chronische stress vaker voorkwamen dan normaal:

  • Spier- en gewrichtspijn (38% tegenover 21% normaal)
  • Hoofdpijn (30% tegenover 12% normaal)
  • Maagproblemen (21% tegenover 11% normaal)
  • Nood aan ondersteuning blijkt hoog

De ernst van de psychische en lichamelijke reacties op deze crisis is mede afhankelijk van de mate van ondersteuning die zorg- en hulpverleners krijgen. Over ondersteuning leren we uit de bevraging het volgende:

  • Ongeveer 60% van de zorg- en hulpverleners deelde in de week voor de enquête zijn gedachten en emoties met zijn/haar partner, de directe collega’s en vrienden en naasten buiten de organisatie en was tevreden over die interactie. 
  • Slechts 27% van de zorg- en hulpverleners deelde zijn gedachten en emoties met zijn leidinggevende en 15% met een professionele ondersteuner. 
  • De nood aan ondersteuning in de toekomst is groot. Meer dan de helft van de zorg- en hulpverleners gaf aan zeker of waarschijnlijk nood te hebben aan steun van zijn leidinggevende en bijna 40% van een professionele ondersteuner.

Uit de resultaten van deze nationale enquête bij zorg- en hulpverleners kunnen we besluiten dat in de periode na de piek van de tweede golf van de coronacrisis de ernst van de psychische en lichamelijke reacties in deze groep nog steeds hoog is. Sciensano onderstreept daarom het belang van een aangepast en toegankelijk aanbod van ondersteuning voor deze professionals en hun leidinggevenden.

Bron: Sciensano

Meer info?